ECLI:NL:RBSGR:2009:BI4830
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Timmermans
- A. Smid - Verhage
- M. Goudswaard
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mensenhandel en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 april 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de veroordeelde, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De veroordeelde is veroordeeld voor het gedurende enige tijd prostitueren van twee vrouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen ter hoogte van € 108.000,00, dat hij aan de Staat moet betalen ter ontneming van dit voordeel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld, waarbij de veroordeelde bijgestaan werd door zijn raadsman, mr. J.M. van Dam.
Tijdens de zitting op 15 april 2009 heeft de officier van justitie de vordering gepresenteerd, die betrekking had op de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefsters, die als bewijs dienden, zorgvuldig gewogen. De rechtbank concludeert dat de veroordeelde door zijn strafbare feiten een aanzienlijk bedrag heeft verdiend, en dat de vordering tot ontneming van dit bedrag gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft de draagkracht van de veroordeelde in overweging genomen, maar oordeelt dat dit geen reden is om het bedrag te verlagen, vooral omdat de veroordeelde heeft aangegeven binnenkort een nieuwe baan te kunnen beginnen.
De rechtbank heeft de vordering toegewezen en de veroordeelde verplicht tot betaling van € 108.000,00 aan de Staat. Dit vonnis is gewezen door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters J. Timmermans, A. Smid - Verhage en M. Goudswaard, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.