ECLI:NL:RBSGR:2009:BI2847

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/5266 OB
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdigheid van elektronische aangifte omzetbelasting en verzuimboete

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 april 2009, staat de tijdigheid van een elektronisch ingediende aangifte omzetbelasting centraal. Eiseres, een particulier, had een aangifte voor het vierde kwartaal van 2007 moeten indienen vóór 1 februari 2007. De Belastingdienst registreerde de ontvangst van de aangifte op 1 februari 2007 om 0.00 uur, wat door de rechtbank als niet tijdig werd beschouwd. Eiseres betoogde dat zij de aangifte op 31 januari 2007 vóór middernacht had ingediend, maar kon dit niet onderbouwen met objectieve gegevens. De rechtbank oordeelde dat de elektronische registratie van de Belastingdienst leidend was en dat de aangifte dus niet tijdig was ingediend. Hierdoor was de opgelegde verzuimboete van € 113 terecht, maar de rechtbank vond het bedrag niet in verhouding staan tot de overtreding, gezien de aangifte minder dan een minuut te laat was ingediend. De boete werd daarom gematigd tot het symbolische bedrag van € 1.

Daarnaast werd het beroep van eiseres gegrond verklaard, en de rechtbank vernietigde de eerdere uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst. Eiseres werd in de proceskosten van € 77,42 vergoed, en de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) werd aangewezen als de rechtspersoon die dit bedrag moest voldoen. De rechtbank gelastte ook dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 145 vergoed zou worden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 08/5266 OB
Uitspraakdatum: 1 april 2009
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[X], wonende te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 6 juni 2008 op het bezwaar van eiseres tegen de aan haar opgelegde verzuimboete wegens het niet tijdig doen van een aangifte omzetbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 maart 2009.
Eiseres is daar in persoon verschenen. Namens verweerder is [A] verschenen.
1 Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de boete tot € 1 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 77,42 en wijst de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) als de rechtspersoon aan die dit bedrag aan eiseres moet voldoen;
- gelast dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) het door eiseres betaalde griffierecht van € 145 vergoedt.
2 Gronden
2.1Bij de onderhavige beschikking heeft verweerder heeft eiseres een verzuimboete van € 113 opgelegd omdat eiseres de aangifte omzetbelasting voor het vierde kwartaal 2007 niet tijdig zou hebben ingediend. Na daartegen door eiseres gemaakt bezwaar heeft verweerder de boete verminderd tot € 56, met dien verstande dat het verzuim in stand blijft.
2.2 In geschil is of de boete terecht is opgelegd. Meer specifiek is in geschil of de aangifte tijdig is ingediend. Eiseres stelt dat de aangifte op 31 januari 2007 vóór 24.00 uur, dus tijdig, is ingediend. Verweerder stelt dat de aangifte op 1 februari 2007, om 0.00 uur, dus niet tijdig, bij de belastingdienst is binnengekomen.
2.3 De aangifte is elektronisch ingediend. Eiseres stelt dat de aangifte vóór 24.00 uur is ingediend. Dit heeft eiseres echter niet met objectieve en controleerbare gegevens onder-bouwd. De rechtbank heeft, gelet op de door verweerder overgelegde en door eiseres niet weersproken elektronische registratie van ontvangst, geen reden te twijfelen aan de juistheid van de stelling van verweerder dat de aangifte op 1 februari om 0.00 uur is binnengekomen. Vorenstaande kan tot geen andere conclusie leiden dat de aangifte niet tijdig door verweer-der is ontvangen en de verzuimboete terecht is opgelegd en het verzuim meetelt voor de verzuimenreeks.
2.4 In aanmerking nemend dat de aangifte minder dan een minuut te laat door verweerder is ontvangen is de rechtbank van oordeel dat het bedrag van de boete niet in een juiste verhouding staat tot het beboete feit en moet worden gematigd tot een symbolisch bedrag. De rechtbank heeft de boete daarom gematigd tot € 1.
2.6 Gelet op het vorenoverwogene is het beroep gegrond verklaard.
2.7 De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Eiseres heeft ter zitting een specificatie overgelegd van de door haar gemaakte proceskosten, te weten € 8,42 voor reiskosten en € 69,- voor verletkosten, in totaal € 77,42. Ter zitting heeft verweerder te kennen gegeven hiertegen geen bezwaar te hebben. Daarom wordt verweer-der, onder toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, veroordeeld deze kosten tot genoemd bedrag te vergoeden.
Aldus vastgesteld door mr. mr. K.M. Braun, in tegenwoordigheid van de griffier H. van Lingen.
Uitgesproken in het openbaar op 1 april 2009.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2.- het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.