ECLI:NL:RBSGR:2009:BI1935
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vaststelling van de Nederlandse nationaliteit van verzoeker wegens valse persoonsgegevens van de moeder
In deze zaak heeft verzoeker op 11 september 2007 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank 's-Gravenhage, waarin hij verzoekt vast te stellen dat hij sinds 13 oktober 2000 de Nederlandse nationaliteit bezit. De Staat der Nederlanden heeft echter betwist dat verzoeker de nationaliteit heeft verkregen, omdat zijn moeder, die een naturalisatieverzoek indiende, gebruik heeft gemaakt van valse persoonsgegevens. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 juni 2008, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.L.P.M. van Aalst, en de Staat werd vertegenwoordigd door drs. R.J. Noks.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker met zijn moeder op 9 juli 2002 is verschenen op het Nederlandse Consulaat-generaal in Shanghai, waar argwaan ontstond over de identiteit van zijn moeder. De Staat heeft bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de moeder van verzoeker nooit de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen, omdat zij valse persoonsgegevens heeft gebruikt bij haar naturalisatieverzoek. Verzoeker heeft de mogelijkheid gekregen om aan te tonen dat de heer [A.] niet zijn biologische vader is door middel van een DNA-onderzoek, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
De rechtbank concludeert dat het koninklijk besluit van 13 oktober 2000, dat de naturalisatie van de moeder van verzoeker betreft, geen rechtsgevolg heeft, omdat zij niet daadwerkelijk de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. Dit heeft tot gevolg dat verzoeker als minderjarige niet is mee-genaturaliseerd en derhalve nooit de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker af.