ECLI:NL:RBSGR:2009:BI1380

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
9 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/9917
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor minderjarige in wachtruimte aanmeldcentrum Schiphol

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 9 april 2009 uitspraak gedaan over de schadevergoeding voor een minderjarige die in de wachtruimte van het aanmeldcentrum Schiphol was geplaatst. De 14-jarige eiser, van Afghaanse nationaliteit, was op grond van artikel 55 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in de wachtruimte geplaatst en heeft daar zes dagen in volledig isolement doorgebracht. Gedurende deze periode had hij geen toegang tot een advocaat of andere rechtshulpverlener, wat zijn situatie nog schrijnender maakte. Eiser heeft op 21 maart 2009 beroep ingesteld tegen de aanwijzing en verzocht om schadevergoeding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, niet over een dossier beschikte en een schadevergoeding van € 80,- per dag had aangeboden voor de zes dagen dat eiser in de wachtruimte verbleef. Eiser vond dit bedrag onvoldoende en eiste € 100,- per dag. De rechtbank heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het feit dat eiser ernstig ziek was en in angstige omstandigheden verkeerde zonder juridische bijstand.

De rechtbank oordeelde dat de situatie van eiser vergelijkbaar was met een eerdere uitspraak waarin een schadevergoeding van € 80,- per dag was toegekend, maar dat de omstandigheden in dit geval nog schrijnender waren. Daarom heeft de rechtbank besloten om de schadevergoeding te verhogen naar € 100,- per dag, wat resulteert in een totaalbedrag van € 600,-. Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 644,-, die door de Staat der Nederlanden aan de griffier van de rechtbank moeten worden betaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J. Ebbens en mr. G. Delissen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
zittinghoudende te Utrecht
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 09/9917 VRONTN
uitspraak op het beroep tegen de maatregel van aanwijzing op grond van artikel 55 Vreemdelingenwet 2000 (Vw) van de enkelvoudige kamer d.d. 9 april 2009
inzake
[eiser], geboren op [geboortedatum] januari 1994, van Afghaanse nationaliteit,
eiser,
gemachtigde: mr. L. Sinoo, advocaat te Utrecht,
tegen een besluit van
de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. P.A.L.A. van Ittersum, werkzaam bij de onder verweerder ressorterende Immigratie- en Naturalisatiedienst te Den Haag.
Inleiding
1.1 Verweerder heeft op 14 maart 2009 aan eiser in verband met zijn asielaanvraag op grond van artikel 55 van de Vw een aanwijzing gegeven om zich tussen 7.30 en 18.00 uur beschikbaar te houden op het aanmeldcentrum Schiphol.
1.2 Eiser heeft hiertegen op 21 maart 2009 beroep ingesteld bij deze rechtbank en om schadevergoeding verzocht. Het beroep is behandeld ter zitting van 30 maart 2009. Eiser en verweerder hebben ter zitting bij monde van hun gemachtigden hun standpunten toegelicht.
Overwegingen
2.1 De rechtbank stelt vast dat verweerder niet over een dossier beschikt en heeft aangeboden schadevergoeding te betalen voor de zes dagen dat eiser in de wachtruimte op Schiphol heeft doorgebracht. Verweerder heeft een bedrag van € 80,- per dag voorgesteld. Eiser vindt dat niet voldoende en eist en bedrag van € 100,- per dag. In geschil is dus slechts de hoogte van de door verweerder te betalen schadevergoeding.
2.2 Eiser heeft verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 18 februari 2008, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJN: BH3836. In die uitspraak heeft de rechtbank een schadevergoeding toegekend van € 80,- per dag, omdat een minderjarige twee weken in de wachtruimte van het aanmeldcentrum Schiphol had doorgebracht. In die periode was het voor de minderjarige feitelijk onmogelijk de wachtruimte te verlaten. Er was sprake van vrijheidsontneming, waarvoor artikel 55 van de Vw geen wettelijke basis biedt. De situatie van eiser is hiermee vergelijkbaar, zij het, dat zijn situatie nog schrijnender was. Hij heeft namelijk zes dagen in de wachtruimte van het aanmeldcentrum doorgebracht in volledig isolement. Eiser begreep niet waarom hij in de wachtruimte opgesloten zat en was ernstig ziek. Dat is voor hem als 14-jarige een angstige ervaring geweest. Ook heeft hij geen toegang tot een advocaat of rechtshulpverlener gehad die voor zijn belangen had kunnen opkomen. Eisers gemachtigde heeft hem per toeval tijdens haar AC-dienst opgemerkt en toegang geëist. Naar de mening van eiser rechtvaardigt dat een hogere schadevergoeding.
2.3 De rechtbank is het met eiser eens. De omstandigheden zoals onder 2.2 weergegeven getuigen van een schrijnende situatie. Gelet op deze bijzondere omstandigheden acht de rechtbank een hogere schadevergoeding dan de door verweerder aangeboden € 80,- per dag op zijn plaats.
2.4 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ziet de rechtbank aanleiding een schadevergoeding als bedoeld in artikel 8:73, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te kennen van € 100,- per dag voor de zes dagen dat eiser op AC-Schiphol ten onrechte zijn vrijheid is ontnomen. In totaal dus een bedrag van € 600,-.
2.5 De rechtbank ziet in dit geval tevens aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, Awb te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op voet van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op € 644- (1 punt voor het beroepschrift; 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt € 322,- en wegingsfactor 1). Aangezien ten behoeve van eiser een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, dient de betaling van dit bedrag ingevolge artikel 8:75, tweede lid, Awb te geschieden aan de griffier.
Beslissing
De rechtbank:
3.1 verklaart het beroep gegrond;
3.2 wijst het verzoek om schadevergoeding toe en kent aan eiser een schadevergoeding toe ten bedrage van € 600,- ten laste van de Staat der Nederlanden, te betalen door de griffier van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Utrecht;
3.3 veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 644,- onder aanwijzing van de Staat der Nederlanden die deze kosten dient te vergoeden aan de griffier van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Utrecht.
Aldus vastgesteld door mr. J. Ebbens en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2009.
De griffier: De rechter:
mr. G. Delissen mr. J. Ebbens
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Ingevolge artikel 95 van de Vw staat tegen deze uitspraak binnen een week na de dag van bekendmaking hiervan voor belanghebbenden hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 16113, 2500 BC Den Haag. Het beroepschrift dient één of meer grieven tegen deze uitspraak te bevatten.