ECLI:NL:RBSGR:2009:BH9294
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor onrechtmatige handeling door politie en justitie na doorzoeking
In deze zaak vorderde eiser, wonende te [woonplaats], schadevergoeding van de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie) naar aanleiding van een doorzoeking die op 27 februari 2006 had plaatsgevonden in zijn woning/bedrijfspand. De doorzoeking was onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek naar een internationale harddrugslijn, waarbij eiser niet als verdachte was aangemerkt. Eiser stelde dat hij schade had geleden door de onrechtmatige handeling van de Staat, omdat er schade was ontstaan aan de deuren van zijn loods tijdens de doorzoeking. De rechtbank oordeelde dat eiser als onschuldige derde moest worden aangemerkt, aangezien hij ten tijde van de doorzoeking geen verdachte was in het onderzoek 'Cultus'. De Staat betwistte de vordering en stelde dat er geen sprake was van onevenredige schade, maar de rechtbank oordeelde dat de schade aan de deuren voldoende aannemelijk was gemaakt. Eiser had onvoldoende onderbouwd dat de schade aan de deuren zo ernstig was dat vervanging noodzakelijk was, maar de rechtbank stelde de schade vast op € 1.250,-. Daarnaast werd eiser een vergoeding van € 92,- voor de door hem betaalde eigen bijdrage toegewezen. De rechtbank veroordeelde de Staat tot betaling van een totaalbedrag van € 1.342,-, vermeerderd met wettelijke rente, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.M. Boone op 4 februari 2009.