ECLI:NL:RBSGR:2009:BH4599
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule in het vreemdelingenrecht met betrekking tot het mvv-vereiste
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 januari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw van onbekende nationaliteit, en de staatssecretaris van Justitie. Eiseres, die samen met haar echtgenoot en kinderen sinds 2001 in Nederland verblijft, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking 'beperking conform beschikking Staatssecretaris'. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres niet voldeed aan het mvv-vereiste, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres en haar gezin in een onbillijke situatie verkeren, aangezien haar echtgenoot en kinderen inmiddels de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen, terwijl eiseres zelf geen afgeleide asielstatus heeft gekregen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris met het toekomstige beleid had willen tegemoetkomen aan situaties zoals die van eiseres, en dat het toepassen van de hardheidsclausule in dit geval gerechtvaardigd was. De rechtbank vond het vasthouden aan het mvv-vereiste door de staatssecretaris onterecht, gezien de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 644,00, en is het griffierecht van € 145,00 aan eiseres vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van vreemdelingen en de toepassing van het mvv-vereiste in het licht van artikel 8 van het EVRM.