ECLI:NL:RBSGR:2009:BH3928

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/535424-08
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Poustochkine
  • Jacobs
  • Van Seventer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en bedreiging door twee of meer verenigde personen

Op 24 februari 2009 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die samen met een ander onder bedreiging van een mes iemand heeft beroofd van een schoudertas met daarin een paspoort en geld. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de feiten niet voldoende bewezen waren om deze straf op te leggen. De rechtbank achtte niet bewezen dat er met een pistool was gedreigd en dat er grof geweld was gebruikt. Gezien de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte, werd een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht.

De rechtbank heeft kennisgenomen van psychologisch onderzoek en rapporten van het Leger des Heils, die in de overwegingen zijn meegenomen. De rechtbank benadrukte dat dergelijke feiten veel angst veroorzaken bij slachtoffers en omstanders, wat de ernst van de zaak onderstreept. De verdachte werd schuldig bevonden aan diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank verklaarde het bewezenverklaarde strafbaar en sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters de zaak hebben behandeld. De rechtbank heeft de toepasselijke wetsartikelen, namelijk artikelen 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, in acht genomen bij het bepalen van de straf. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was om het vonnis vast te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/535424-08
Datum uitspraak: 24 februari 2009
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 1],
geboren te [plaats] op [datum] 1989,
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 18 november 2008 en 10 februari 2009.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr M. Gavami, advocaat te Amsterdam, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Joesoef Djamil heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat de verdachte het op de dagvaarding ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met een ander onder bedreiging van een mes met geweld iemand van zijn schoudertas met daarin paspoort en geld beroofd.
De rechtbank neemt in aanmerking dat feiten als de onderhavige aan de slachtoffers bijzonder veel angst bezorgen en dat deze angst zich nog zeer lang doet gelden alsook dat dergelijke feiten aan de omstanders gevoelens van angst en onveiligheid geven.
De rechtbank heeft kennis genomen van het psychologisch onderzoek betreffende verdachte d.d. 18 oktober 2008, opgemaakt door drs. M.H. de Groot, klinisch psycholoog, en van het Adviesrapport van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering betreffende verdachte d.d. 14 november 2008 en houdt rekening met de bevindingen en conclusies in die rapporten.
De rechtbank rekent verdachte het feit ernstig aan en acht, mede gelet op eerdere veroordelingen wegens vermogensdelicten en bezit van wapens, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden. De rechtbank zal een gevangenisstraf opleggen voor een duur die korter is dan de officier van justitie heeft gevorderd omdat de rechtbank met name niet bewezen acht dat met een pistool is gedreigd en geen grof geweld is gebruikt. De rechtbank sluit aan bij straffen eerder opgelegd bij soortgelijke feiten.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding ten laste gelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op: 4 augustus 2008,
in voorlopige hechtenis gesteld op: 7 augustus 2008,
in vrijheid gesteld op: 11 februari 2009;
Dit vonnis is gewezen door
mrs Poustochkine, voorzitter,
Jacobs en Van Seventer, rechters,
in tegenwoordigheid van Van Bezooijen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 februari 2009.