ECLI:NL:RBSGR:2009:BH2004
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.W. de Wit
- M.A.C. Herweijer
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake verzoek om paspoorten en vaderschap vaststelling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 januari 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw die de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van haar kinderen door de man wenste, alsook vervangende toestemming voor de afgifte van paspoorten voor de kinderen. De vrouw en de man zijn in Somalië getrouwd en hebben drie kinderen, maar er ontbreken officiële documenten die het vaderschap bevestigen. De vrouw heeft eerder een verzoek ingediend bij een Engelse rechter, die dit verzoek heeft afgewezen, maar wel heeft geoordeeld over de toestemming van de man. De Nederlandse ambassade heeft de aanvraag voor paspoorten voor de kinderen geweigerd, omdat er twijfels zijn over de identiteit van de man, mede door discrepanties in de documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen op het moment van de aanvraag hun gewone verblijfplaats in het Verenigd Koninkrijk hadden, waardoor de Engelse rechter bevoegd is om van de verzoeken kennis te nemen. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard om de verzoeken te behandelen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de oudste minderjarige inmiddels 18 jaar is en geen toestemming van gezagsouders meer nodig heeft voor het aanvragen van een paspoort. De rechtbank heeft partijen geadviseerd om de middelen in het Verenigd Koninkrijk aan te wenden voor de vaststelling van de afstammingsrelatie.