ECLI:NL:RBSGR:2008:BI0935
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W. van der Voort
- A.J. Kwestro
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en WOZ-waarde van een nieuwbouwwoning
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 september 2008, staat de waarde van een nieuwbouwwoning centraal in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiseres, een particulier, heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar woning, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 448.883. Eiseres had de woning op 8 april 2004 gekocht voor een vrij-op-naamprijs van € 375.000, kort vóór de waardepeildatum van 1 januari 2005. Eiseres betoogde dat de WOZ-waarde in overeenstemming moest zijn met de aankoopprijs, en stelde dat de waarde op de waardepeildatum € 395.000 zou moeten zijn, rekening houdend met een jaarlijkse waardestijging van 7%.
De rechtbank overweegt dat, volgens de geldende regelgeving, bij de waardering van een nieuwbouwwoning die kort vóór of na de waardepeildatum is gekocht, in de regel moet worden uitgegaan van de prijs die voor de woning is betaald, tenzij de heffingsambtenaar feiten en omstandigheden kan aanvoeren die aantonen dat deze prijs niet de waarde in het economische verkeer weergeeft. In dit geval heeft de verweerder, de heffingsambtenaar, niet voldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om de hogere WOZ-waarde te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de door eiseres voorgestane waarde van € 395.000 aannemelijk is gemaakt, en verklaart het beroep gegrond.
De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en wijzigt de beschikking, zodat de vastgestelde waarde wordt verminderd tot € 395.000. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 63,60. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde dag door mr. J.W. van der Voort, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kwestro, griffier.