ECLI:NL:RBSGR:2008:BG9615
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring van een minderjarige en belangenafweging
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 16 december 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vreemdelingenbewaring van een 17-jarige eiser, die in jeugdinrichting verblijft. Eiser is op 13 augustus 2008 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft eerder al twee beroepen van eiser tot opheffing van de vreemdelingenbewaring ongegrond verklaard. Eiser heeft op 24 november 2008 opnieuw beroep ingesteld tegen het voortduren van de vrijheidsontneming en verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, hoewel eiser minderjarig is, zijn non-coöperatieve houding zwaarder weegt in de belangenafweging. Eiser volhardt in zijn bewering dat hij de Palestijnse nationaliteit heeft, ondanks de verklaring van de Palestijnse autoriteit dat dit niet het geval is. Tevens heeft hij, ondanks toezeggingen, geen concrete informatie over zijn verblijf in Frankrijk verstrekt. De rechtbank concludeert dat het belang van de verweerder bij voortduring van de bewaring zwaarder weegt dan het belang van eiser bij opheffing van de bewaring, ook na vier maanden.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, aangezien dit verzoek alleen kan worden toegewezen als de rechtbank de opheffing van de bewaring beveelt, wat in dit geval niet is gebeurd. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, in aanwezigheid van griffier W.G.M. de Boer.