ECLI:NL:RBSGR:2008:BG8850
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en verzoeken tot beëindiging en uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 november 2008 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, die onder toezicht waren gesteld vanwege zorgen over hun welzijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheden bestaan omtrent de vermeende mishandeling van de minderjarigen en dat de ouders stelselmatig weigeren medewerking te verlenen aan de geboden hulp. Dit gebrek aan samenwerking, in combinatie met het ontbreken van een sociaal netwerk, heeft de rechtbank doen concluderen dat er nog steeds voldoende redenen tot zorg zijn. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling verlengd van 26 november 2008 tot 16 april 2009, met behoud van de betrokkenheid van het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering.
De rechtbank heeft ook de verzoeken van de ouders tot beëindiging van de ondertoezichtstelling en tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing afgewezen. De ouders hebben verweer gevoerd tegen de zorgen die door het Leger des Heils zijn geuit, maar de rechtbank oordeelde dat de zorgen nog steeds aanwezig zijn en dat de ouders onvoldoende medewerking verlenen aan de hulpverlening. De rechtbank heeft benadrukt dat de ouders moeten meewerken aan het orthopedagogisch onderzoek dat eerder was bevolen.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat een uithuisplaatsing in deze situatie niet in het belang van de minderjarigen zou zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel er zorgen zijn, de situatie van de kinderen niet zo ernstig is dat uithuisplaatsing noodzakelijk is. De ouders zijn gewaarschuwd dat hun voortdurende weigering om samen te werken met de gezinsvoogd kan leiden tot verdere juridische stappen, waaronder mogelijke ontzetting uit het gezag over de minderjarigen.