ECLI:NL:RBSGR:2008:BG7295

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/9590 WW44
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van eisers inzake bouwvergunning voor bedrijfsloods op bedrijventerrein

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van eisers in hun beroep tegen de bouwvergunning die is verleend aan Roveg Fruit BV voor het oprichten van een bedrijfsloods op een bedrijventerrein in Waddinxveen. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 18 november 2008 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het beroep van eisers gegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat eisers, die in de nabijheid van het bouwperceel wonen, wel degelijk een rechtstreeks belang hebben bij de bouwvergunning, ondanks dat hun woning op een afstand van ongeveer 1.380 meter van het bouwperceel ligt. Verweerder had hen ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaar tegen de bouwvergunning, omdat de rechtbank van mening was dat de gevolgen van het bouwplan, zoals de toename van verkeer en de impact op de luchtkwaliteit, hen direct raken.

Eisers voerden aan dat al het verkeer naar het bedrijventerrein via de rotonde nabij hun woning gaat, wat hen rechtstreeks in hun belang treft. De rechtbank stelde vast dat de verweerder onvoldoende had onderbouwd waarom eisers niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers en moest het griffierecht worden vergoed.

De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende in het bestuursrecht en de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met de belangen van omwonenden bij het verlenen van bouwvergunningen. De rechtbank heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van bezwaren in het kader van ruimtelijke ordening en de impact van bouwplannen op de leefomgeving van omwonenden.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Eerste afdeling, meervoudige kamer
Reg.nr.: AWB 07/9590 WW44
UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Uitspraak in het geding tussen
[eiser 1] en [eiser 2], wonende te [plaats], eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen, verweerder.
Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 25 juli 2007 heeft verweerder na vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), bouwvergunning verleend aan Roveg Fruit BV voor het oprichten van een bedrijfsloods met kantoor op het perceel kadastraal bekend gemeente Waddinxveen, sectie C, nrs. 4562, 3632 en 3631, plaatselijk bekend Nijverheidsweg/Exportweg.
Bij besluit van 26 november 2007 heeft verweerder, overeenkomstig het advies van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften, het hiertegen door eisers gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 15 december 2007, ingekomen bij de rechtbank op 20 december 2007, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is op 16 oktober 2008 ter zitting behandeld.
Eiser [eiser 1] is ter zitting verschenen in bijzijn van zijn gemachtigde, [A].
Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. [B].
Motivering
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
In het bestreden besluit heeft verweerder eisers niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaren tegen de aan Roveg Fruit BV verleende bouwvergunning omdat zij naar oordeel van verweerder niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van voornoemde wetsbepaling.
Verweerder heeft daartoe overwogen dat de woning van eisers is gelegen op een afstand van ongeveer 1.380 meter van het bouwperceel en dat het bouwplan na realisering niet zichtbaar zal zijn vanaf het perceel van eisers. Nu op het bouwperceel geen sprake zal zijn van een inrichting waarvoor een milieuvergunning is vereist en de woning van eisers niet binnen een relevante hindercirkel is gelegen acht verweerder eisers niet rechtstreeks door het bouwplan in hun belang getroffen.
Kort en in de kern samengevat hebben eisers het volgende aangevoerd.
Eisers wonen aan de [a-straat 1] in [plaats]. Al het verkeer dat naar het bedrijventerrein Doelwijk -waarvan het bouwperceel deel uitmaakt- gaat dan wel daarvandaan komt, moet via de in de nabijheid van de woning van eisers gelegen rotonde en al het verkeer vanaf Doelwijk naar de A12 en terug komt langs de woning van eisers. Aangezien de normen die worden gesteld in het Besluit Luchtkwaliteit 2005 door de invulling van het ontwerp-bestemmingsplan "Distripark Doelwijk" zullen worden overschreden en gelet op de reeds bestaande verkeersintensiteit ter plaatse en de te verwachtingen ontwikkelingen dienaangaande vinden eisers dat zij door het vergunde bouwplan rechtstreeks in hun belang worden getroffen. Dit bouwplan strekt immers ten behoeve van een groothandel in fruit die een vrachtwagenaantrekkend karakter heeft waardoor de luchtkwaliteit bij hun woning nog verder zal verslechteren.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) hebben bij besluit van 30 januari 2007 goedkeuring onthouden aan het door de gemeenteraad van Waddinxveen vastgestelde bestemmingsplan "Distripark Doelwijk", zulks naar aanleiding van een door eisers daartegen ingebrachte bedenking. GS hebben daartoe overwogen dat de uitvoering van het plan leidt tot een verdergaande overschrijding van de grenswaarde van stikstofdioxide langs de [a-straat] en de A12 en maatregelen ontbreken die de toename van de overschrijding wegnemen.
Bij uitspraak van 4 oktober 2007 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder de Afdeling) het verzet van eisers tegen haar uitspraak van 28 juni 2007, waarin de Afdeling had beslist dat de goedkeuring van het bestemmingsplan "Distripark Doelwijk" van rechtswege tot stand was gekomen, ongegrond verklaard. Wel heeft de Afdeling in eerstbedoelde uitspraak het verzetschrift van eisers in behandeling genomen als beroepschrift tegen de goedkeuring van rechtswege.
In haar uitspraak van 16 juli 2008 heeft de Afdeling de van rechtswege verleende goedkeuring van het bestemmingsplan vernietigd om reden dat de door de Milieudienst Midden-Holland (verder: MMH) in haar rapport van 19 augustus 2005 geconstateerde overschrijdingen van de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en zwevende deeltjes (PM10) strijd opleveren met artikel 7 van het Besluit luchtkwaliteit 2005 en dit Besluit daarom aan goedkeuring van het bestemmingsplan in de weg staat.
De Afdeling is in haar uitspraak niet tegemoetgekomen aan het verzoek van verweerder en de Ontwikkelingsmaatschappij Distripark A12 BV om de rechtsgevolgen van de vernietiging in stand te laten aangezien uit de nieuw overgelegde gegevens niet blijkt wat het aandeel is van het zwaar vrachtverkeer dat via de A12 en de [a-straat] het Distripark aandoet en omgekeerd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Vast staat dat al het verkeer dat van en naar het Distripark gaat de in de [a-straat] -en tevens in de directe nabijheid van de woning van eisers- gelegen rotonde passeert aangezien het Distripark niet anderszins is ontsloten. Een aanzienlijk deel van dat verkeer gaat via de [a-straat] waaraan de woning van eisers is gelegen naar de A12 en komt op nog kortere afstand langs de woning van eisers.
Voorts staat vast dat realisering van het onderhavige bouwplan een toename van zwaar vrachtverkeer met zich zal meebrengen. De rechtbank wijst in dit verband op het door MMH op 8 juni 2007 uitgebrachte rapport "Luchtkwaliteit Roveg Fruit BV" waarin de verwachting wordt uitgesproken dat realisering van het bouwplan een verkeersaantrekkende werking van maximaal 70 zware motorvoertuigen per etmaal zal hebben.
De rechtbank is van oordeel dat onder de in het vorenstaande weergegeven omstandigheden eisers een rechtstreeks belang bij de afgifte van de bouwvergunning niet kan worden ontzegd. Daaraan doet niet af dat het bouwperceel op gerede afstand van de woning van eisers ligt, noch dat eisers op het vergunde bouwplan geen zicht zullen hebben.
Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd nu dit strijd oplevert met artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
Verweerder wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Verweerder wordt in de door eisers gemaakte proceskosten veroordeeld, waarbij met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht het gewicht van de zaak is bepaald op 1 (gemiddeld) en voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (het indienen van een beroepschrift en het verschijnen ter zitting) 2 punten worden toegekend.
Beslissing
De rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt het bestreden besluit;
draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
bepaalt dat de gemeente Waddinxveen aan eisers het door hen betaalde griffierecht, te weten € 143,-, vergoedt;
veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 644,-, welk bedrag de gemeente Waddinxveen aan eisers moet vergoeden.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Aldus gegeven door mrs. A.C.M. van Wesenbeeck, J. Ghrib en I.A.M. Kroft en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2008, in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.F. van Aalst.