ECLI:NL:RBSGR:2008:BG6452
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting van Mongoolse vreemdelinge
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 8 december 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortzetting van de maatregel van vreemdelingenbewaring van een Mongoolse vreemdelinge. De vreemdelinge, die in detentie verbleef, had op 17 november 2008 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om haar in bewaring te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende zicht op uitzetting bestaat binnen een redelijke termijn. De verweerder heeft aangegeven dat hij voornemens is de vreemdelinge te presenteren bij de Mongoolse autoriteiten om een geldig document voor grensoverschrijding te verkrijgen. De rechtbank heeft in haar overwegingen aansluiting gezocht bij eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is overwogen dat van een vreemdeling kan worden verlangd dat deze een verklaring aflegt die terugkeer naar het land van herkomst mogelijk maakt. De vreemdelinge weigerde echter elke medewerking aan haar uitzetting, wat de rechtbank in haar oordeel heeft betrokken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen grond is om te oordelen dat de voortzetting van de maatregel van bewaring onrechtmatig is. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.