ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5923
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en belangenafweging bij kind met ernstige hartafwijking
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 november 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring die op 30 oktober 2008 door de Staatssecretaris van Justitie aan eiser was opgelegd. Eiser, een vreemdeling van Burundese nationaliteit, had beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij verzocht om opheffing van de bewaring en schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 november 2008, waarbij eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H.A. Limonard. De gemachtigde overhandigde medische stukken die de ernst van de situatie van het zeer jonge kind van eiser aantoonden, dat lijdt aan een ernstige hartafwijking en intensieve behandelingen ondergaat. De ouders van de partner van eiser boden zich aan als garant voor de kosten van zijn levensonderhoud.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het belang van eiser om in vrijheid te worden gesteld, gezien de medische situatie van zijn kind, zwaarder laten wegen dan het belang van de staat bij de handhaving van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de bewaring onrechtmatig was, omdat er geen uitzicht was op verwijdering van eiser en er alternatieve, minder ingrijpende maatregelen mogelijk waren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de maatregel van bewaring en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,- werden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in vreemdelingenzaken, vooral wanneer er kinderen met ernstige medische aandoeningen betrokken zijn. De rechtbank heeft hierbij ook gewezen op de voorwaarden waaronder vreemdelingenbewaring kan worden toegepast, en dat deze niet uitsluitend op basis van algemene overwegingen mag plaatsvinden.