' Overeenkomst tot storting.
De oprichters hebben zich met betrekking tot de storting op de door ieder van hen genomen aandelen tot het volgende verbonden:
a. De aandelen die de oprichters in het kapitaal van de vennootschap nemen, zullen door de oprichters worden volgestort door inbreng in de vennootschap, van ieders aandeel in de door hen in vennootschap onder firma-verband voor gemeenschappelijke rekening (…) gedreven onderneming, (…), met alle tot die onderneming behorende activa en passiva, behoudens het hierna volgende, voor de waarde per een oktober tweeduizend vijf, hierna ook te noemen: 'het overgangstijdstip'. Deze waarde zal blijken uit een per die datum door de oprichters op te maken en te ondertekenen balans, waarop deze activa en passiva zullen worden opgenomen voor de waarde daaraan toe te kennen in het economische verkeer.
b. De oprichters kunnen ten laste van de door ieder van hun met of bij het staken van de in te brengen onderneming genoten belastbare winst, alsmede ten laste van de door hem in het kader van die onderneming gevormde oudedagsreserve in de zin van artikel 3.67 Wet inkomstenbelasting 2001, een of meer lijfrenten bedingen als bedoeld in die wet, en wel voor een door hem gewenst bedrag en in de door de desbetreffende oprichter gewenste vorm,
met inachtneming van de maxima die volgens de wet zijn toegelaten.
c. Als de waarde van de onder a. bedoelde inbreng volgens de daar bedoelde balans, verminderd met het bedrag van de hiervoor bedoelde lijfrenten, het nominale bedrag van de aandelen waarvoor de desbetreffende oprichter deelneemt in het kapitaal van de vennootschap overtreft, zal naar keuze van de desbetreffende oprichter:
- die meerwaarde worden aangewend tot verhoging van de lijfrente, dan wel (…).
d. Als de waarde van de onder a. bedoelde inbreng, na aftrek van het ten laste van de vennootschap komende op grond van het bepaalde onder b. en c., lager is dan het nominale bedrag van de aandelen die de desbetreffende oprichter neemt in het kapitaal van de vennootschap, zal deze de onder b. bedoelde lijfrente en/of de onder c. bedoelde creditering en/of het onder c. bedoelde agio kunnen verminderen met een bedrag ter grootte van dit verschil, dan wel zal deze een bedrag ter grootte van dit verschil aan de vennootschap voldoen. (…)
e. (…)
f. De in te brengen onderneming is voor rekening en risico van de vennootschap vanaf het overgangstijdstip; winsten en verliezen vanaf die datum tot het tijdstip van oprichting komen ten gunste respectievelijk ten laste van de vennootschap.
g. (…)
h. Als de waarde van een of meer van de in de inbreng begrepen vermogensbestanddelen voor de heffing van de directe belastingen onherroepelijk wordt vastgesteld op een ander bedrag dan daaraan werd toegekend volgens de onder a. bedoelde balans, zal de inbreng zijn geschied voor die waarde en zal die waarde in aanmerking worden genomen bij de toepassing van het hiervoor bepaalde, met inachtneming van het volgende. Wanneer deze fiscale vaststelling geschiedt op een hoger bedrag dan dat volgens de balans, zal ter keuze van de desbetreffende oprichter het verschil tussen die waarden:
- worden aangewend tot verhoging van de hiervoor onder b. bedoelde lijfrente, en/of (…).
Wanneer deze fiscale vaststelling geschiedt op een lager bedrag dan dat volgens de balans, zal het verschil tussen die waarden ter keuze van de desbetreffende oprichter:
-leiden tot een verlaging van de hiervoor onder b. bedoelde lijfrente, en/of (…)'.