ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5148
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. de Loor-Alwin
- L.M. Holdert
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming kinderopvang 2005; aanvraag niet tijdig ingediend
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 september 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de tegemoetkoming kinderopvang voor het jaar 2005. Eiser had een aanvraag ingediend op 2 november 2006, maar deze aanvraag was niet tijdig gedaan binnen de wettelijke termijn van artikel 11 van de Wet Kinderopvang, die eindigde op 31 augustus 2006. De rechtbank oordeelde dat de wetgever een systeem heeft beoogd waarin geen tegemoetkoming wordt vastgesteld indien de aanvraag niet tijdig is ingediend en er ook geen eerdere aanvraag tot verlening is gedaan. De rechtbank concludeerde dat de tegemoetkoming terecht op nihil was vastgesteld.
Eiser voerde aan dat hij onjuist was voorgelicht door een medewerker van de Belastingtelefoon over de uiterste inleverdatum. De rechtbank verwierp dit beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat niet vaststond wat de inhoud van het telefoongesprek was. Daarnaast stelde de rechtbank vast dat er ruime bekendheid was gegeven aan de wijziging van de regeling per 1 januari 2005, en dat het voor risico van eiser kwam dat hij niet tijdig op de hoogte was van deze wijzigingen.
Eiser wees er ook op dat verweerder de wettelijke beslistermijn had overschreden, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet betekende dat de gevolgen van de te late indiening van de aanvraag niet moesten worden verbonden aan eiser. De rechtbank respecteerde de keuze van de wetgever om aan het overschrijden van de termijn door een belanghebbende andere gevolgen te verbinden dan aan het overschrijden van een termijn door een bestuursorgaan. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.