ECLI:NL:RBSGR:2008:BG4808
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Kramer
- J.H. van Berkel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek wijziging omgangsregeling met kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 november 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kinderen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, waarbij zij heeft overwogen dat de minderjarigen een zodanige leeftijd hebben bereikt dat de noodzaak van tussenkomst van de kinderrechter bij het totstandkomen van een omgangsregeling in hun belang niet meer evident is. De zaak betreft een verzoek dat op 7 december 2007 is ingediend, waarbij de moeder als belanghebbende is aangemerkt. De rechtbank ontving op 7 juli 2008 een brief van de moeder, waarin zij de mediationovereenkomst bijvoegde. De vader heeft echter niet gereageerd op een verzoek van de rechtbank om zijn standpunt te verduidelijken, wat de rechtbank als een gebrek in de procedure beschouwde.
De rechtbank benadrukt dat het recht op omgang tussen de niet-verzorgende ouder en het minderjarige kind voorop staat, maar dat het belang van de minderjarige ook zwaar weegt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden, wat heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek. De moeder heeft verzocht om een nieuwe omgangsregeling, maar de rechtbank oordeelt dat de voorwaarden die de moeder stelt niet geschikt zijn voor een rechterlijke beslissing. Bovendien is de oudste minderjarige bijna 18 jaar, wat de noodzaak voor een omgangsregeling verder ondermijnt. De jongste minderjarige is 15 jaar en de rechtbank concludeert dat gedwongen omgang niet in zijn belang is. De rechtbank gaat ervan uit dat de vader, ook na de meerderjarigheid van zijn dochter, open zal staan voor omgang en dat de betrokkenen zich zullen inspannen om de omgang op een natuurlijke wijze te laten plaatsvinden.