ECLI:NL:RBSGR:2008:BG4430
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en schadevergoeding voor Chinese vreemdelinge
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 31 oktober 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel van een Chinese vreemdelinge, die in detentie verbleef. De vreemdelinge had op 13 oktober 2008 een beroepschrift ingediend, waarin zij stelde dat er geen zicht op uitzetting naar China was. De rechtbank baseerde haar oordeel op een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) van 5 september 2008, waarin werd vastgesteld dat de inspanningen van de verweerder op diplomatiek niveau niet hadden geleid tot concrete aanknopingspunten voor een verwachte uitzetting op korte termijn. Tijdens de zitting op 21 augustus 2008 kon de verweerder geen helderheid verschaffen over de gesprekken met de Chinese autoriteiten of de termijn voor een mogelijke verandering in hun houding.
De rechtbank oordeelde dat, ondanks de afgifte van een tweede laissez-passer op 21 oktober 2008, er geen sprake was van een verandering van feiten of omstandigheden die het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring van de vreemdelinge vanaf 8 oktober 2008 onrechtmatig was, en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank beval de opheffing van de maatregel van bewaring en kende de vreemdelinge een schadevergoeding toe van € 1890,- voor de onrechtmatige bewaring van 23 dagen. Tevens werden de proceskosten van de vreemdelinge, ter hoogte van € 644,-, toegewezen aan de Staat der Nederlanden, te betalen door de griffier van de rechtbank.
De rechtbank benadrukte dat er op basis van de huidige situatie geen zicht op uitzetting was, en dat de belangen van de vreemdelinge in dit geval zwaarder wogen dan de belangen van de staat. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Vreemdelingenwet en de rechten van vreemdelingen in Nederland, vooral in situaties waarin uitzetting niet mogelijk is.