ECLI:NL:RBSGR:2008:BG3976
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen omzetting naar b-grond
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 november 2008 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door een eiser die in bewaring was gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser, geboren in 1985 en van Marokkaanse nationaliteit, was op 14 oktober 2008 in bewaring gesteld. Op 27 oktober 2008 heeft hij beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring, die op 15 oktober 2008 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het eerste beroep op 27 oktober 2008 is behandeld, maar dat de eiser nog dezelfde dag een nieuw beroep heeft ingesteld voordat de rechtbank uitspraak had gedaan op het eerste beroep. Dit nieuwe beroep werd door de rechtbank gekwalificeerd als een vervolgberoep op grond van artikel 96 van de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank oordeelde dat het vervolgberoep niet ontvankelijk was, omdat artikel 96, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 bepaalt dat een vervolgberoep alleen kan worden ingediend als het eerste beroep ongegrond is verklaard. Aangezien het onderhavige beroep was ingesteld voordat de rechtbank het eerste beroep had beoordeeld, was de eiser niet-ontvankelijk in zijn beroep. De rechtbank heeft de zaak behandeld in enkelvoudige kamer en heeft de beslissing op 6 november 2008 openbaar uitgesproken. De uitspraak is gedaan door rechter E.H.M. Druijf, in aanwezigheid van griffier W.G.M. de Boer.