vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
zaaknummer / rolnummer: 300741 / KG ZA 07-1504
Vonnis in kort geding van 19 februari 2008
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEUBELFABRIEK VERMEER B.V.,
gevestigd te De Goorn,
2. [X],
wonende te [plaats],
eisers,
procureur mr. L.M. Bruins,
advocaat mr. A.S. Dogan te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARCEL VAN DAM MEUBELEN IMPORT-EXPORT B.V.,
gevestigd te Oudewater,
gedaagde,
procureur mr. P.P.J.M. Verhaag.
Partijen zullen hierna ook Meubelfabriek Vermeer, [X], Vermeer en [X] (eisers gezamenlijk) en Van Dam Meubelen genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 januari 2008 met producties 1 tot en met 14;
- de mondelinge behandeling op 5 februari 2008;
- de pleitnota van Meubelfabriek Vermeer met aanvullende producties 15 tot en met 18 en de opgave van de door hun advocaten gewerkte uren;
- de pleitnota van Van Dam Meubelen en de producties 1 tot en met 12.
1.2. Vonnis is bepaald op heden.
In deze procedure wordt uitgegaan van de navolgende feiten.
2.1. Meubelfabriek Vermeer is meubelproducent en groothandelaar in meubels. De door haar op de markt gebrachte meubels zijn ontworpen door [X]. De meubels worden gefabriceerd door GoodWood Interiors in Indonesië.
2.2. Meubelfabriek Vermeer brengt onder de naam 'Exclusive Collection' meubels op de markt met onderstaande (genummerde) verschijningsvormen.
2.3. Van Dam Meubelen is eveneens leverancier van houten meubels. Zij brengt onder de naam 'Equator' meubels op de markt met de navolgende verschijningsvormen.
2.4. Van Dam Meubelen brengt daarnaast onder de naam 'Gemini' meubels op de markt met de navolgende verschijningsvormen.
2.5. Op het tijdstip dat de meubels van Meubelfabriek Vermeer op de markt werden gebracht waren meubels bekend met de navolgende verschijningsvormen.
Creafort 'Cherry Cottage' 1'Creafort 'Cherry Cottage' 2'
Van Dijk 'Milford' 1'Van Dijk 'Milford' 2'
3.1. Vermeer en [X] vorderen, zakelijk weergegeven, een verbod op inbreuk, in het bijzonder voor Nederland, op hun model- en auteursrecht en op slaafse nabootsing van hun modellen met nevenvorderingen (opgave van informatie met betrekking tot de door Van Dam Meubelen verhandelde inbreukmakende meubels, recall en afgifte tot vernietiging van geleverde inbreukmakende meubels), veroordeling tot betaling van een voorschot op de vergoeding van door Vermeer en [X] geleden schade, en veroordeling van Van Dam Meubelen in de volgens artikel 1019h Rv. te begroten schade.
3.2. Volgens Vermeer en [X] maken de meubels van Van Dam Meubelen uit de Equatorlijn en de Geminilijn inbreuk op hun niet-geregistreerde Gemeenschapsmodellen en het hun toekomende auteursrecht. Daarnaast maakt Van Dam Meubelen zich volgens Vermeer en [X] schuldig aan slaafse nabootsing. Vermeer en [X] stellen dat hun meubels nieuw zijn en een eigen karakter hebben c.q. een oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Dit zou daarin tot uitdrukking komen dat de meubels zijn vervaardigd van onbewerkt teak, een eenvoudige, strakke uitstraling hebben en voorzien zijn van een specifiek vormgegeven metalen handgreep. Volgens Vermeer en [X] heeft Van Dam Meubelen hun Exclusive Collection één op één gekopieerd.
3.3. Van Dam Meubelen voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Van Dam Meubelen voert allereerst aan dat de uitgebrachte dagvaarding in strijd met artikel 111 lid 1 sub d Rv. zodanig vaag is, dat zij niet weet waartegen zij zich zou dienen te verweren. Meer in het bijzonder is volgens Van Dam Meubelen niet duidelijk welke van haar meubels zouden conflicteren met welk ontwerp van Vermeer en [X], ontwerp (A/B) 1 uitgezonderd.
2.6. In de dagvaarding onder 7 en 14 wordt aangegeven dat naar de mening van Vermeer en [X] Van Dam Meubelen de daarin nader aangegeven meubels van de Exclusive Collection van Vermeer en [X] zou hebben gekopieerd in de Equatorlijn en de Geminilijn. Genoemd worden de vierdeurs glaskast met twee lades, de vakkenkast met drie en zes lades, het ladenblok met vier lades en de TV-opzet met vier lades. Daaruit volgt dat het Vermeer en [X] kennelijk gaat om de vergelijkbare modellen uit de Equator en Geminilijn, waarvan Vermeer en [X] als producties 11 en 14 foto's hebben overgelegd. Ter zitting hebben Vermeer en [X] desgevraagd nauwkeuriger aangegeven welke modellen zij met elkaar vergeleken willen zien, maar de dagvaarding is op dit punt niet zodanig onduidelijk dat Van Dam Meubelen geen adequaat verweer tegen de vorderingen heeft kunnen voeren.
2.7. De bevoegdheid van deze rechtbank om kennis te nemen van die vorderingen, voor
zover deze zijn gebaseerd op de niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen, berust op de artikelen 80 lid 1, 81 en 82 lid 1 van Verordening (EG) 6/2002 van de Raad van de Europese Unie van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (verder: GeMoV) en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen.
2.8. Het spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen volgt uit de gestelde voortdurende inbreuk op de rechten van Vermeer en [X].
2.9. Van Dam Meubelen bestrijdt de geldigheid van de modelrechten van Vermeer en [X]. Zij wijst er op dat de door haar verhandelde vierdeurs glaskast al in 2001 door het Indonesische bedrijf PT. Dari Hutan Home Interior is ontworpen (model Palembang). De kast zou in België op de markt zijn gekomen. Van Dam Meubelen wijst verder op de ontwerpen van Creafort, Van Dijk en Maxfurn/Fonkel. Het gaat naar Van Dam Meubelen meent om meubels in dezelfde stijl met slechts geringe verschillen. Gezien deze oudere modellen stelt Van Dam Meubelen zich op het standpunt dat de modellen van Vermeer en [X] geen eigen karakter hebben.
2.10. Vermeer en [X] bestrijden dat het model Palembang dateert van 2001 en ook dat het model is geëxporteerd naar België. Dat laatste is op geen enkele manier aannemelijk geworden. Voorshands moet er daarom van uit gegaan worden dat, zo het ontwerp al dateert van 2001, het in ieder geval niet (toen) beschikbaar is gekomen van ingewijden in de meubelsector in de Gemeenschap. Voor bepaling van het eigen karakter van de modellen van Vermeer en [X] dient het model Palembang daarom buiten beschouwing gelaten te worden.
2.11. Een model heeft volgens artikel 6 GeMoV een eigen karakter indien de algemene indruk die het bij de geïnformeerde gebruiker wekt verschilt van de algemene indruk die bij de gebruiker wordt gewekt door modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.
2.12. In de modellen van Vermeer en [X] is bij het ontwerp van de deuren gekozen voor een traditionele opbouw van verticale stijlen en horizontale regels die een houten paneel of glas omsluiten. De keuze voor deze techniek en de aan de kasten te stellen functionele eisen bepalen voor belangrijk deel de verschijningsvorm van de modellen. Vermeer en [X] zoeken het eigen karakter dan ook terecht in de combinatie van min of meer onbewerkt teakhout, de eenvoudige blokvorm van de kasten en de specifieke metalen handgreep. Voorshands wordt geoordeeld dat door een dergelijke combinatie ten opzichte van de hiervoor onder 2.5 weergegeven modellen een andere algemene indruk wordt gewekt. Anders zou moeten worden geoordeeld indien vastgesteld zou moeten worden dat het model Milford dezelfde handgrepen heeft als de modellen van Vermeer en [X], maar uit de door Van Dam Meubelen overgelegde productie is dat niet goed af te leiden, zodat het er in het kader van deze procedure voor moet worden gehouden dat dat niet het geval is.
2.13. Van Dam Meubelen heeft aangevoerd dat niet helder is wat de basis is van de vorderingen van ieder van de eisende partijen en dat - zakelijk weergegeven - slechts één van beide rechthebbende op het model kan zijn zodat de ander niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
2.14. Het modelrecht komt volgens artikel 14 lid 1 GeMoV in beginsel toe aan de ontwerper. Vermeer en [X] hebben ter zitting onweersproken gesteld dat de modellen zijn ontworpen door [X]. Vermeer en [X] hebben verder gesteld dat [X] aan Meubelfabriek Vermeer een licentie heeft verstrekt. Vooralsnog bestaat geen reden de twijfel die Van Dam Meubelen over dit laatste ter zitting heeft geuit te delen. Artikel 32 lid 3 GeMoV bepaalt dat de licentiehouder een vordering wegens inbreuk alleen kan instellen met toestemming van de houder van het model. Die toestemming is af te leiden uit het gegeven dat Meubelfabriek Vermeer en [X] in deze procedure gezamenlijk optrekken.
2.15. De beschermingsduur van een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel is beperkt tot drie jaar na het tijdstip dat het model voor het eerst binnen de Gemeenschap voor het publiek beschikbaar is gesteld (artikel 11 lid 1 GeMoV). Volgens Vermeer en [X] is de Exclusive Collection voor het eerst getoond op een meubelbeurs in september 2005 en zijn de eerste meubels uit de lijn verkocht in november 2005. Van Dam Meubelen heeft aangevoerd dat niet is uit te sluiten dat de modellen al eerder, bijvoorbeeld in januari 2004, beschikbaar zijn gesteld, maar die veronderstelling is op geen enkele manier onderbouwd. Voorshands moet het er daarom voor worden gehouden dat de beschermingsduur van de modellen nog niet is verstreken.
2.16. Vermeer en [X] menen dat de kasten van Van Dam Meubelen vrijwel identiek zijn aan hun modellen. Van Dam Meubelen heeft in dit verband slechts opgemerkt dat haar kast B1 25 centimeter in breedte verschilt van het model A1 van Vermeer en [X]. Dat laatste neemt echter niet weg dat de kast B1 bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt dan het model A1 en daarom inbreuk maakt op het niet-ingeschreven modelrecht van Vermeer en [X]. Voor de andere hiervoor weergegeven kasten van de Equatorlijn geldt hetzelfde.
2.17. De gelijkenis tussen de meubels van Vermeer en [X] en de meubels uit de Equatorlijn is zodanig dat vooralsnog moet worden aangenomen dat Van Dam Meubelen de meubels van Vermeer en [X] heeft nagemaakt in de zin van artikel 19 lid 1 GeMoV. Het gevorderde verbod is dus in beginsel toewijsbaar. Het verbod dient te worden beperkt tot de lidstaten van de Europese Gemeenschap. Het verbod kan zich tot alle lidstaten uitstrekken op grond van het bepaalde in artikel 90 lid 3 GeMoV. Het verbod is op deze grondslag in tijd beperkt tot september 2008. Omdat de kasten voorshands tevens moeten worden aangemerkt als een slaafse nabootsing van de meubels van Vermeer en [X] geldt het verbod ook nadien, maar uitsluitend voor Nederland. De auteursrechtelijke grondslag kan onbesproken blijven omdat deze grondslag niet kan leiden tot een ruimere toewijzing van de vorderingen.
2.18. Voor de kasten uit de Geminilijn van Van Dam Meubelen ligt dit alles anders. Bij de bepaling van de beschermingsomvang van een model is van belang vast te stellen in hoeverre een model een eigen karakter heeft. Indien dat eigen karakter beperkt is, geldt dat ook voor de beschermingsomvang van het model. Omdat in de Geminilijn de kenmerkende handgreep ontbreekt en gelet op wat hiervoor is overwogen over het (beperkte) eigen karakter van de modellen van Vermeer en [X], is zonder nadere, door Vermeer en [X] niet gegeven motivering niet in te zien dat de kasten van Van Dam Meubelen uit de Geminilijn inbreuk maken op de modellen van Vermeer en [X]. De vorderingen zijn in zoverre eveneens niet toewijsbaar op basis van het ingeroepen auteursrecht omdat niet is in te zien dat in de kasten in de Geminilijn in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde trekken van de ontwerpen van Vermeer en [X] terug te vinden zijn, dat de ontwerpen van Van Dam Meubelen niet als zelfstandig werk kunnen worden aangemerkt. Evenmin is sprake van slaafse nabootsing.
2.19. Het gevorderde voorschot op schadevergoeding is niet toewijsbaar omdat niet is gemotiveerd dat is voldaan aan de eisen die voor toewijzing van een geldbedrag in kort geding gelden. De overige vorderingen van Vermeer en [X] zijn onvoldoende gemotiveerd, te onbepaald of gaan verder dan noodzakelijk is om aan hun spoedeisende belang tegemoet te komen en worden daarom afgewezen.
2.20. Partijen worden beide op punten in het ongelijk gesteld. De proceskosten worden om die reden gecompenseerd.
beveelt Van Dam Meubelen om na verloop van één week na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden:
iedere inbreuk op de modelrechten van Vermeer en [X] in de lidstaten van de Europese Gemeenschap tot september 2008 en
nadien het onrechtmatig handelen jegens Vermeer en [X] in Nederland,
in het bijzonder door de modellen in Nederland te gebruiken in de Equatorlijn, dit bevel op straffe van een dwangsom van € 10.000 voor elke overtreding van dit bevel;
bepaalt dat deze dwangsom vatbaar zal zijn voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan het vonnis is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
stelt de termijn bedoeld in artikel 1019i Rv. op zes maanden;
wijst het meer of anders gevorderde af;
bepaalt dat partijen elk de eigen proceskosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2008.