ECLI:NL:RBSGR:2008:BG3436
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen en de toepassing van de Richtlijn 2003/109/EG
In deze zaak heeft eiseres, een Amerikaanse nationaliteit, verzocht om een EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen op basis van artikel 8 van de Richtlijn 2003/109/EG. Eiseres stelt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor deze vergunning, met name dat zij de afgelopen vijf jaar onafgebroken rechtmatig verblijf heeft gehad in Nederland. De verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, heeft echter betoogd dat eiseres slechts beschikte over een formeel beperkt verblijfsrecht, waardoor de richtlijn niet op haar van toepassing zou zijn.
De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiseres had in het verleden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, die uiteindelijk werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de verweerder ten onrechte heeft geconcludeerd dat de Richtlijn 2003/109 niet van toepassing is op eiseres, omdat zij slechts een formeel beperkt verblijfsrecht zou hebben gehad. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van een aan eiseres verleende verblijfsvergunning en dat de tekst van de richtlijn niet ondersteunt dat een verblijfsrecht in afwachting van een vergunningprocedure onder de definitie van een formeel beperkt verblijfsrecht valt.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond, vernietigt het besluit van de verweerder en draagt de verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moet het betaalde griffierecht worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 juli 2008.