ECLI:NL:RBSGR:2008:BG3428

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/755103-05; 09/862516-07; 09/862507-07 (ttz gev.)
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrift en oplichting in verband met rijksgarantie aanvragen door Stichting [B]

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift en oplichting. De verdachte was betrokken bij de Stichting [B], die ten doel had gelden te genereren voor de gehandicaptenzorg. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld voor het indienen van valse aanvragen voor rijksgaranties en het opmaken van vervalste documenten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte wetenschap had van de valsheid van de ondertekende stukken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verzoek van zijn schoonvader, medeverdachte [medeverdachte 1], bestuurslid werd van de stichting en dat hij onder druk stukken heeft ondertekend zonder te weten dat deze vals waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was dat de verdachte op enig moment het oogmerk had om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Daarom is de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft ook de inleidende dagvaarding II, die een innerlijke tegenstrijdigheid bevatte, nietig verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was V.R.G.D. Boel. De zaak is behandeld in een openbare terechtzitting van 6 tot en met 10 oktober 2008.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummers 09/755103-05; 09/862516-07; 09/862507-07 (ttz gev.)
's-Gravenhage, 24 oktober 2008
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 6],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
adres: [adres]
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 6 tot en met 10 oktober 2008,1 maart 2007 en 3 maart 2006.
De verdachte, bijgestaan door mr. E.J. van Gils en mr. P. Figge, advocaten te Amsterdam, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie, mr. E.I. Schuijer, heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij (gewijzigde) dagvaarding met parketnummer 09/755103-05 (dagvaarding I) onder 3.,bij dagvaarding met parketnummer 09/862516-07 (dagvaarding II), en bij dagvaarding met parketnummer 09/862507-07 (dagvaarding III) tenlastegelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding I onder 1. en 2. tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Dagvaarding I
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks
a) de periode van 21 juni 2001 tot en met 15 juli 2002 en/of
b) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en/of
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en/of
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en/of
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002 en/of
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002
althans in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 oktober
2005 te [P1] en/of [P6] en/of [P2] en/of elders in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) een of
meerdere:
- aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen en/of
- verzoek(en) tot het afgeven van rijksgarantie(s) en/of
- geldleningsovereenkomst(en) en/of
- brief en/of brieven (minuut) en/of
- akte(n) van borgstelling en/of
- schuldbekentenis(sen)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst en/of heeft laten opmaken
en/of vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid -
a) (inzake leningnummer [nummer] (BNG-nummer 94740) ten bedrage van
1.681.709 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 238)
- in een overeenkomst van geldlening (doc 72), gedateerd 24 juni 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van
1.681.709 euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der
Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die
uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en
aflossing en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief (bij doc 238), gedateerd 1 juli 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening door Stichting
[B] wordt toegezonden aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de overeenkomst in behandeling te nemen
en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en)
(zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die
geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-3), gedateerd 1 juli 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG
wegens een lening van 1.681.709 euro en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
b) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een brief (doc 57), gedateerd 3 juli 2002, opgenomen/ingevuld en/of doen
laten invullen/opnemen dat de Stichting [B] ([verdachte]) verzoekt rijksgarantie
af te geven voor de financiering van drie projecten voor een bedrag van
1.725.000 euro en dat de voorzieningen genoemd in de bijlage (doc 58) eigendom
zijn van de Stichting en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 66), gedateerd 19 en 20 september
2002, opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting
[B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van
1.693.425 euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der
Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die
uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en
aflossing en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief (doc 64), gedateerd 20 september 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening door Stichting
[B] ([verdachte]/[verdachte 1]) wordt toegezonden aan het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de overeenkomst
in behandeling te nemen en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-8), gedateerd 20 september 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG
wegens een lening van 1.693.425 euro en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een brief (doc 45), gedateerd 21 augustus 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1])
verzoekt rijksgarantie af te geven voor de financiering van projecten voor een
bedrag van 4.242.500 euro en dat de voorzieningen genoemd in de bijlage (doc
46) eigendom zijn van de Stichting en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 55), gedateerd 14 november 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van 4.242.500
euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der Nederlanden
zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die uit de
overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en aflossing
en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en)
(zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die
geschrift(en)) en/of
- in een brief (doc 51), gedateerd 18 november 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening door Stichting
[B] ([verdachte]) wordt toegezonden aan het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de overeenkomst in behandeling te
nemen en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-10), gedateerd 14 november 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG
wegens een lening van 4.242.500 euro en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
- in een overeenkomst van geldlening (doc 43), gedateerd 3 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van 4.838.825
euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der Nederlanden
zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die uit de
overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en aflossing
en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en)
(zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die
geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-12), gedateerd 6 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG
wegens een lening van 4.838.825 euro en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een brief (doc 22), gedateerd 23 september 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1])
verzoekt rijksgarantie af te geven voor de financiering van projecten voor een
bedrag van 5.665.000 euro en dat de voorzieningen genoemd in de bijlage (doc
23) eigendom zijn van de Stichting en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 30), gedateerd 16 en 20 december
2002, opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting
[B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van
5.665.000 euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der
Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die
uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en
aflossing en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-15), gedateerd 20 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte] en [verdachte 4]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG
wegens een lening van 5.665.000 euro en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een brief (doc 10), gedateerd 14 november 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1])
verzoekt rijksgarantie af te geven voor de financiering van projecten voor een
bedrag van 3.800.000 euro en dat de voorzieningen genoemd in de bijlage (doc
10/11) eigendom zijn van de Stichting en/of dat geschrift heeft voorzien van
een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid
van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 19), gedateerd 20 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B]
([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse Gemeenten een bedrag van 3.800.000
euro leent onder de voorwaarde dat deze lening door de Staat der Nederlanden
zal worden gegarandeerd met betrekking tot de verplichtingen die uit de
overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de betaling van rente en aflossing
en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en)
(zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die
geschrift(en)) en/of
- in een brief (bij doc 243), gedateerd 30 december 2002, opgenomen/ingevuld
en/of doen laten invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening door
Stichting [B] ([verdachte]) wordt toegezonden aan het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de overeenkomst
in behandeling te nemen en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-17), zonder datum, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart
wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de BNG wegens een lening van 3.800.000
euro en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en))
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks
a) de periode van 21 juni 2001 tot en met 15 juli 2002 en/of
b) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en/of
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en/of
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en/of
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002 en/of
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002
althans in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 oktober 2005
te [P1] en/of [P2] en/of elders in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt (van)
een of meer vals(e) en/of vervalst(e)
- aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen en/of
- verzoek(en) tot het afgeven van rijksgarantie(s) en/of
- geldleningsovereenkomst(en) en/of
- brief en/of brieven (minuut) en/of
- akte(n) van borgstelling(en) en/of
- schuldbekentenis(en)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat dat/die overeenkomst (en) en/of
geschrift(en) is/zijn overlegd bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS en/of (een) andere (financiële)
Instelling
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
a) (inzake leningnummer [nummer] (BNG-nummer 94740) ten bedrage van
1.681.709 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 238)
- in een overeenkomst van geldlening (doc 72), gedateerd 24 juni 2002, stond
vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse
Gemeenten een bedrag van 1.681.709 euro leent onder de voorwaarde dat deze
lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking
tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de
betaling van rente en aflossing en/of
- in een brief (bij doc 238), gedateerd 1 juli 2002, stond vermeld dat de
overeenkomst van geldlening door Stichting [B] wordt toegezonden aan het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de
overeenkomst in behandeling te nemen en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-3), gedateerd 1 juli 2002, stond vermeld
dat Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig
te zijn aan de BNG wegens een lening van 1.681.709 euro en/of
b) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een brief (doc 57), gedateerd 3 juli 2002, stond vermeld dat de Stichting
[B] ([verdachte]) verzoekt rijksgarantie af te geven voor de financiering van
drie projecten voor een bedrag van 1.725.000 euro en dat de voorzieningen
genoemd in de bijlage (doc 58) eigendom zijn van de Stichting en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 66), gedateerd 19 en 20 september
2002, stond vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank
Nederlandse Gemeenten een bedrag van 1.693.425 euro leent onder de voorwaarde
dat deze lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met
betrekking tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten
aanzien van de betaling van rente en aflossing en/of
- in een brief (doc 64), gedateerd 20 september 2002, dat de overeenkomst van
geldlening door Stichting [B] ([verdachte 1]) wordt toegezonden aan het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het verzoek de
overeenkomst in behandeling te nemen en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-8), gedateerd 20 september 2002, stond
vermeld dat Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk
schuldig te zijn aan de BNG wegens een lening van 1.693.425 euro en/of
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een brief (doc 45), gedateerd 21 augustus 2002, stond vermeld dat de
- in een overeenkomst van geldlening (doc 43), gedateerd 3 december 2002,
stond vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse
Gemeenten een bedrag van 4.838.825 euro leent onder de voorwaarde dat deze
lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking
tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de
betaling van rente en aflossing en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-12), gedateerd 6 december 2002, stond
vermeld dat Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk
schuldig te zijn aan de BNG wegens een lening van 4.838.825 euro en/of
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een brief (doc 22), gedateerd 23 september 2002, stond vermeld dat de
Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1]) verzoekt rijksgarantie af te geven voor
de financiering van projecten voor een bedrag van 5.665.000 euro en dat de
voorzieningen genoemd in de bijlage (doc 23) eigendom zijn van de Stichting
en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 30), gedateerd 16 en 20 december
2002, stond vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank
Nederlandse Gemeenten een bedrag van 5.665.000 euro leent onder de voorwaarde
Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1]) verzoekt rijksgarantie af te geven voor
de financiering van projecten voor een bedrag van 4.242.500 euro en dat de
voorzieningen genoemd in de bijlage (doc 46) eigendom zijn van de Stichting
en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 55), gedateerd 14 november 2002,
stond vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse
Gemeenten een bedrag van 4.242.500 euro leent onder de voorwaarde dat deze
lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking
tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de
betaling van rente en aflossing en/of
- in een brief (doc 51), gedateerd 18 november 2002, stond vermeld dat de
overeenkomst van geldlening door Stichting [B] ([verdachte]) wordt toegezonden
aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het
verzoek de overeenkomst in behandeling te nemen en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-10), gedateerd 14 november 2002, stond
vermeld dat Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk
schuldig te zijn aan de BNG wegens een lening van 4.242.500 euro en/of
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
dat deze lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met
betrekking tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten
aanzien van de betaling van rente en aflossing en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-15), gedateerd 20 december 2002, stond
vermeld dat Stichting [B] verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan
de BNG wegens een lening van 5.665.000 euro en/of
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een brief (doc 10), gedateerd 14 november 2002, stond vermeld dat de
Stichting [B] ([verdachte]/[verdachte 1]) verzoekt rijksgarantie af te geven voor
de financiering van projecten voor een bedrag van 3.800.000 euro en dat de
voorzieningen genoemd in de bijlage (doc 10/11) eigendom zijn van de Stichting
en/of
- in een overeenkomst van geldlening (doc 19), gedateerd 20 december 2002,
stond vermeld dat Stichting [B] ([verdachte] en [verdachte 4]) bij de Bank Nederlandse
Gemeenten een bedrag van 3.800.000 euro leent onder de voorwaarde dat deze
lening door de Staat der Nederlanden zal worden gegarandeerd met betrekking
tot de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien ten aanzien van de
betaling van rente en aflossing en/of
- in een brief (bij doc 243), gedateerd 30 december 2002, stond vermeld dat de
overeenkomst van geldlening door Stichting [B] ([verdachte]) wordt toegezonden
aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte 3]) met het
verzoek de overeenkomst in behandeling te nemen en/of
- in een schuldbekentenis (doc 253-17), zonder datum, stond vermeld dat
Stichting [B] ([verdachte 4] en [verdachte]) verklaart wel en deugdelijk schuldig te
zijn aan de BNG wegens een lening van 3.800.000 euro;
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juni 2001
tot en met 17 oktober 2005 te [P1] en/of [P6] en/of [P2] en/of
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens),
met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
(telkens) door gebruik te maken van (valse/vervalste) aanvra(a)g(en) voor het
verstrekken van leningen en/of verzoek(en) tot het afgeven van
rijksgarantie(s) en/of
geldleningsovereenkomst(en) en/of brief en/of brieven (minuut) en/of akte(n)
van borgstelling en/of schuldbekentenis(sen),
en/of doordat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), het deden voorkomen dat
- de Stichting [B] (Transmurale en Semimurale Voorzieningen) eigenaar was
van, althans gerechtigd was tot het bezwaren van onroerend goed van (een)
zorginstelling(en) en/of
- de Stichting [B] (Transmurale en Semimurale Voorzieningen) projecten zoufinancieren in de gezondheidszorg waarvoor een rijksgarantie kon worden
afgegeven,
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS en/of (een) andere
(financiële) instelling heeft bewogen tot het verstrekken van leningen onder
rijksgarantie en/of heeft opgelicht
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- (een) verzoek(en) tot het verstrekken van leningen onder rijksgarantie
gedaan, waarbij onjuiste gegevens werden opgegeven (waaronder de eigendom van
de voorzieningen en/of de bestemming van de te verstrekken gelden) en/of
- valse stukken overlegd (waaronder (een) (geantedateerde) aanvra(a)g(en)
voor het verstrekken van leningen en/of verzoek(en) tot het afgeven van
rijksgarantie(s) en/of geldleningsovereenkomst(en) en/of brief en/of brieven
(minuut) en/of akte(n) van borgstelling en/of schuldbekentenis(sen) en/of een
of meer ander(e) stuk(ken) en/of geschrift(en)) en/of
- door misbruik /gebruik/omkoping van (natuurlijke)contactpersonen binnen de
organisatie de administratieve procedure voor het verstrekken van leningen
niet gevolgd en/of (een) dossier(s) bij het Ministerie van Volksgezondheid
niet gecompleteerd met de aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen
en/of de gunningsbrief en/of gunningsbrieven en/of de hypotheekakte(n) en/of
de nota('s) van aflossing en/of de aanvra(a)g(en) niet gedaan en afgewikkeld
conform de voorgeschreven procedure(s) en/of
- (een) Stichting [B] opgericht, die uitsluitend diende als dekmantel voor
het verwerven van de onder rijksgarantie verstrekte leningen en/of die in
strijd handelde met de doelstelling(en) in artikel 2 van de oprichtingsakte
en/of een bankrekeningnummer behorend bij deze Stichting geopend
(nummer), dat nooit andere inkomsten heeft gekend dan de gelden van de
onder rijksgarantie verstrekte leningen (o.a. doc 172, 188) en/of
- de onder rijksgarantie verstrekte geldlening(en) niet heeft gebruikt voor de
doelstelling(en) in de zorgsector, waarvoor de gelden verstrekt zijn/worden
en/of bestemd zijn
waardoor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS
(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 oktober 2005 te
[P1] en/of [P6] en/of [P2] en/of elders in Nederland, (als
bestuurder en/of oprichter) heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande
uit de (rechts)personen:
- [verdachte 1] en/of
- [verdachte 3] en/of
- [verdachte 2] en/of
- [verdachte 5] en/of
- [verdachte 4] en/of
- Stichting [B] (Transmurale en Semimurale Voorzieningen) en/of
- (Stichting) [C] Holding (BV) en/of
- (Beheer- en Exploitatiemaatschappij) [D] BV en/of
- een of meer ander(e) (rechts)perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het valselijk opmaken of vervalsen van geschriften die bestemd zijn om tot
bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk die als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken (artikel 225 lid 1 Wetboek van
Strafrecht) en/of
- het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste geschriften als ware
die echt en onvervalst (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid,
hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van
verdichtsels, bewegen van iemand tot afgifte van een goed, het ter beschikking
stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, het aangaan van
een schuld en/of het tenietdoen van een inschuld met het oogmerk om zich of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
en/of
- van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding of de verplaatsing verbergen of verhullen, dan wel verbergen of
verhullen wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft dan
wel een voorwerp verwerven, voorhanden hebben, overdragen of omzetten of ervan
gebruikmaken, terwijl hij weet dat het voorwerp - onmiddellijk of middellijk
afkomstig is uit enig misdrijf (artikel 420 bis Wetboek van Strafrecht);
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
dagvaarding II
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juni 2001
tot en met 17 oktober 2005 te [P1] en/of [P6] en/of [P2] en/of
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers
heeft hij, verdachte, (telkens) van een voorwerp,
te weten (telkens) een of meer geldbedrag(en),
a) ter hoogte van 21.921.459,48 euro en/of 20.239.759,-- euro en/of
b) ter hoogte van 5.600.000,-- euro (doc 160 en 441) en/of
c) ter hoogte van 3.750.000,-- euro (doc 160 en 442) en/of
d) ter hoogte van 4.800.000,-- euro (doc 160 en 440) en/of
e) ter hoogte van 1.500.000,-- euro (doc 160 en 437) en/of
f) ter hoogte van 1.675.000,-- euro (doc 160 en 438) en/of
g) ter hoogte van 4.242.500,-- euro (doc 160 en 439) en/of
h) ter hoogte van 118.000,-- euro (doc 160 en 436) en/ofi) ter hoogte van 300.000,-- euro (doc 930-2 ),
althans enig geldbedrag afkomstig uit fraude gepleegd ten laste van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank Nederlandse
Gemeenten
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans heeft hij verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende op dat/die geldbedrag(en) was of wie dat/die
geldbedrag(en) voorhanden had, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest
vermoeden dat dat/die bedrag(en) - onmiddellijk of middelijk - afkomstig
was/waren uit het misdrijf;
art 420 (qua)ter Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
dagvaarding III
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van oktober 2001
tot en met juni 2005, althans op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de
periode van augustus 1996 tot en met september 2005,
te [P1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft
gemaakt, immers
heeft hij, verdachte, (telkens) van een voorwerp, te weten (telkens) een of
meer geldbedrag(en) (ZD 3.6 en 3.8), de werkelijke aard, de herkomst, de
vindplaats, de vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld,
althans heeft hij verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die
geldbedrag(en) was of wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had, terwijl hij
wist dat dat/die bedrag(en) - onmiddellijk of middelijk - afkomstig was/waren
uit het misdrijf;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van oktober 2001
tot en met juni 2005, althans op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de
periode van augustus 1996 tot en met september 2005,
te [P1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen
(telkens) (een) geldbedrag(en), te weten
- (ZD 3.6) 2.360,-- euro, op of omstreeks 27 januari 2005 van Stichting
[X] en/of
- (ZD 3.6) 7.080,-- euro, op of omstreeks 14 juni 2005 van Stichting [X]
en/of
- (ZD 3.8) 162.000,-- euro, op of omstreeks 28 januari 2002 van Stichting
[X] en/of
- (ZD 3.8) 19.761,58 euro op of omstreeks 29 oktober 2002 van Stichting
[X] althans geld, althans enig goed,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e)
geldbedrag(en), wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen),
althans opzettelijk uit de opbrengst van (de) door misdrijf verkregen
geldbedrag(en), en/of (enig) goed(eren) voordeel heeft getrokken
en/of van het plegen van heling een gewoonte heeft gemaakt;
art 420 ter Wetboek van Strafrecht
art 420 bis Wetboek van Strafrecht
art 416 Wetboek van Strafrecht
art 417 (bis) Wetboek van Strafrecht
Geldigheid inleidende dagvaardingen
Dagvaarding I
Met betrekking tot de onder feit 1 tenlastegelegde valsheid in geschrift is door de verdediging aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat de tenlastelegging onnodig omvangrijk, ingewikkeld, onduidelijk en daarom onbegrijpelijk is.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Aan de verdediging kan worden toegegeven dat de tenlastelegging niet uitblinkt in duidelijkheid over waarin nu precies de valsheid is gelegen van de veelheid aan opgesomde documenten. Uit de tekst "valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid" boven de met a)-h) en gedachtestreepjes nader aangeduide documenten valt - tegen de achtergrond van het dossier - echter voldoende duidelijk af te leiden dat naast het verwijt dat de handtekeningen op de documenten vals of vervalst zouden zijn, tevens wordt tenlastegelegd dat de genoemde documenten een onware inhoud hebben, dat derhalve sprake is van zogenaamde intellectuele valsheid.
Met betrekking tot de antedatering kan verder nog worden opgemerkt dat dit verwijt ook expliciet volgt uit een logische lezing van de tenlastelegging: "in strijd met de waarheid (...) gedateerd 22 februari 2001 (...) gedateerd 21 juni 2002". Deze lezing is evenmin tegenstrijdig met de tenlastegelegde periode, nu kennelijk niet geheel duidelijk was wanneer de brieven zijn gemaakt; in ieder geval is duidelijk dat dit is gebeurd na de datum die op de brief is vermeld. Met dit een en ander strookt derhalve zeer wel dat de opsteller van de tenlastelegging de periode op die dag heeft willen laten aanvangen.
Hetzelfde heeft te gelden voor de onjuiste voorstelling van zaken in de brief van 21 juni 2001 omtrent de eigendom van de voorzieningen. Deze aan verdachte verweten valsheid blijkt voldoende duidelijk uit de passage "in strijd met de waarheid (...) in eigendom zijn van de Stichting (waarbij "Stichting" vanzelfsprekend terugslaat op "Stichting [A]" daarvoor genoemd en daargelaten dat van onjuistheid van die passage niet is gebleken).
Bij de andere documenten is om dezelfde redenen evenzeer duidelijk dat verdachte in elk geval ook intellectuele valsheid wordt verweten. Het zou voorts leiden tot een schier onleesbare tenlastelegging indien per specifiek aangeduid document de eis zou worden gesteld dat wordt verfeitelijkt waar die onwaarheid precies in zou schuilen, zoals de verdediging kennelijk wenst. Dat is ook niet nodig nu het document dat dergelijke onwaarheden zou bevatten wel éénduidig onder verwijzing naar een specifiek documentnummer is aangeduid, terwijl - tegen de achtergrond van het dossier - onmiskenbaar is wat aan die documenten onwaar is, namelijk de eventuele mededeling dat de aanvrage voor de rijksgarantie tijdig zou zijn ingediend (al dan niet onder verwijzing naar de brieven van 22 februari of 21 juni 2001) of dat de voorzieningen eigendom zijn van de Stichting [B]. Voorts is bij de overige documenten steeds tenlastegelegd dat de handtekeningen vals zouden zijn dan wel vervalst.
Volgens vaste jurisprudentie (bijvoorbeeld HR 6 juli 2004, NJ 2004, 443) is voorts niet vereist dat bij een (beweerdelijk) in vereniging gepleegd feit in de tenlastelegging wordt aangegeven welke handeling precies aan welk van de medeplegers kan worden toegeschreven.
Ook overigens vermag de rechtbank niet in te zien dat de tenlastelegging onvoldoende duidelijk zou zijn. Een ingewikkelde of uitgebreide tenlastelegging is niet reeds om die reden nietig. Het alternatief, namelijk elk gedachtestreepje opnemen als een apart feit, maakt het geheel niet overzichtelijker of duidelijker. Tot slot kan niet onvermeld blijven dat ook de verdediging er in het vervolg van haar betoog blijk van heeft gegeven te hebben begrepen waar de beschuldiging op ziet.
De dagvaarding voor wat betreft feit 1 (eerste alternatief/cumulatief) is derhalve geldig.
Ofschoon bij het tweede alternatief/cumulatief tenlastegelegde feit de passage "in strijd met de waarheid" ontbreekt, is ook voor dit feit - tegen de achtergrond van het dossier en gelezen in samenhang met het eerste alternatief/cumulatief waarop evident wordt voortgeborduurd - voldoende duidelijk dat de valsheid mede gelegen zou zijn in de hiervoor bedoelde onwaarheden in de documenten. Ook voor dit feit is deze dagvaarding geldig.
In zoverre verwerpt de rechtbank de ten aanzien van dit onderdeel van het tenlastegelegde aangevoerde verweren.
Dagvaarding II
Ten laste is gelegd dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen, mitsdien aan een feit waartoe opzet is vereist. Dit feit zou, blijkens de bewoordingen van de tenlastelegging, door verdachte zijn begaan, ten aanzien van de vermelde geldbedragen, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat de geldbedragen van misdrijf afkomstig waren.
De subsidiaire vermelding dat verdachte, zo hij van de criminele herkomst van de gelden niet wist, hij die criminele herkomst van de gelden toch had moeten vermoeden, duidt op culpoos gedrag en niet op opzet. Zelf als zou komen vast te staan dat verdachte dit vermoeden redelijkerwijs had moeten bekomen, kan dit dan ook niet leiden tot de tenlastegelegde kwalificatie. Ten aanzien van het onderdeel van de beschrijving van de verweten gedraging 'althans redelijkerwijs moest vermoeden' is de tenlastelegging dan ook innerlijk tegenstrijdig. In zoverre is de dagvaarding nietig.
Vrijspraak.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding I onder 3, bij dagvaarding II, en bij dagvaarding III tenlastegelegde wordt vrijgesproken.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting eveneens niet wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte deze feiten heeft gepleegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de in dagvaarding I onder 1 verweten 1 valsheidsdelicten en onder 2 verweten oplichtingsdelicten overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft in de periode van 13 mei 2002 tot en met 1 december 2003 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven gestaan als secretaris bij de stichting [B] (doc 209). Deze stichting heeft de door valsheid in geschrift en oplichting verkregen rijksgegarandeerde leninggelden van de BNG op haar ING-rekening overgemaakt gekregen. Vanaf deze rekening zijn de gelden overgeboekt naar [D] b.v. -een aan medeverdachte [verdachte 1] gelieerde besloten vennootschap-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte namens het bestuur van de Stichting [B] zijn handtekening heeft gezet onder een aantal deelaanvragen aan het ministerie van VWS naar aanleiding van de toegekende rijksgarantie, alsmede onder leningovereenkomsten tussen de stichting [B] en [D] b.v..
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is voorts het volgende gebleken.
Verdachte is in het jaar 2000 -op verzoek van zijn schoonvader, medeverdachte [verdachte 1] en zonder dat hij enige ter zake doende vooropleiding bezat- toegetreden tot diens accountantskantoor omdat deze functie betere perspectieven bood en beter te combineren zou zijn met zijn gezinsleven.
Halverwege 2002 heeft medeverdachte [verdachte 1] hem verzocht bestuurslid te worden van de Stichting [B], die ten doel had gelden te genereren ten behoeve van de gehandicaptenzorg. Hopende op deze wijze zijn ervaring te vergroten en gelet op het vertrouwen dat hij in zijn schoonvader had -een gerespecteerde accountant met zijn eigen kantoor-, heeft verdachte toegezegd deze functie te vervullen.
In het kader van verdachtes bestuursfunctie bij de stichting [B] heeft [verdachte 1] hem meerdere malen verzocht stukken te ondertekenen. [verdachte 1] heeft verklaard dat de bestuursleden van de stichting [B] op basis van vertrouwen handtekeningen hebben gezet op de contracten tussen VWS en BNG alsmede tussen de stichting [B] en [D] b.v., en dat hij, [verdachte 1] daarbij enige druk heeft uitgeoefend.
De rechtbank overweegt dat gelet op het hiervoor overwogene niet is komen vast te staan dat verdachte wetenschap had -ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet- van de valsheid van de door hem ondertekende stukken. Verdachte zal derhalve ten aanzien van de valsheidsdelicten worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de oplichting overweegt de rechtbank dat gelet op het voorgaande en in ogenschouw nemend dat niet is gebleken dat verdachte op enige wijze voordeel heeft gehad van de door de BNG aan de stichting [B] verstrekte gelden, niet is komen vast te staan dat verdachte ten aanzien van de in de tenlastelegging aan hem toe te schrijven handelingen op enig moment het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling heeft gehad.
Ook van dit feit zal verdachte mitsdien worden vrijgesproken.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart de inleidende dagvaarding II, voor zover deze ziet op de woorden "althans moest vermoeden" nietig;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding I, II overig en III heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.A.M. Hoek, voorzitter,
mrs. E.F. Brinkman en H.J.M. Smid-Verhage, rechters,
in tegenwoordigheid van V.R.G.D. Boel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 oktober 2008.