ECLI:NL:RBSGR:2008:BG3333
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.A.M. Hoek
- E.F. Brinkman
- H.J.M. Smid-Verhage
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van valsheid in geschrift en gewoontewitwassen met betrekking tot Stichting [B]
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift en gewoontewitwassen. De verdachte was in 2002 benaderd door medeverdachte [verdachte 1] om voorzitter te worden van Stichting [B], die gelden zou beheren voor de gehandicaptenzorg. De verdachte ondertekende op verzoek van [verdachte 1] verschillende documenten met betrekking tot aanvragen voor geldleningen onder rijksgarantie. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte op de hoogte was van het frauduleuze karakter van de betrokken gelden en de misleidende aard van de documenten die hij ondertekende.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in juni/juli 2001 werd geconfronteerd met twee bedragen die abusievelijk op zijn rekening waren gestort door Stichting [X]. De verdachte heeft deze bedragen op verzoek van [verdachte 1] doorgestort naar diens privérekening. De rechtbank concludeerde dat niet bewezen was dat de verdachte wist dat deze bedragen van misdrijf afkomstig waren.
De rechtbank heeft de inleidende dagvaarding III, die de woorden 'althans redelijkerwijs moest vermoeden' bevatte, nietig verklaard. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij zich schuldig had gemaakt aan de hem verweten strafbare feiten. De officier van justitie werd ontvankelijk verklaard in de vervolging, maar de verdachte werd vrijgesproken van valsheid in geschrift en gewoontewitwassen.