ECLI:NL:RBSGR:2008:BG3286

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/755102-05
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift en oplichting van de Ministeries van VWS en Financiën

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage zich gebogen over de beschuldigingen van valsheid in geschrift en oplichting tegen de verdachte en zijn medeverdachten. De verdachte, werkzaam als ambtenaar op het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), heeft samen met anderen valse documenten opgesteld en ingediend om rijksgaranties te verkrijgen voor leningen die niet aan de zorg ten goede zijn gekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een sleutelrol heeft gespeeld in het proces, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van zijn kennis van de interne procedures en het vertrouwen dat in de medewerkers werd gesteld. Dit heeft geleid tot een schade van € 21.921.459 voor de Staat. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van valsheid in geschrift en oplichting, maar heeft hem vrijgesproken van de beschuldiging van omkoping. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de tijd die sinds de feiten is verstreken, maar heeft desondanks een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd. De rechtbank heeft ook de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven, omdat de gronden daarvoor niet meer aanwezig zijn.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
Parketnummer: 09/755101-05
's-Gravenhage, 24 oktober 2008
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 3 februari 2006, 3 maart 2006, 31 mei 2006,
1 maart 2007 en van 6 tot en met 10 oktober 2008.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. van den Boogert, advocaat te Rotterdam, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie, mr. E.I. Schuijer, heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij (gewijzigde) dagvaarding onder 3. tenlastegelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij (gewijzigde) dagvaarding onder 1., 2. en 4. tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is tenlastegelegd, dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks
a) de periode van 22 februari 2001 tot en met 21 juni 2001 en/of de periode
van 22 februari 2001 tot en met 28 mei 2002 en/of
b) de periode van 21 juni 2001 tot en met 15 juli 2002 en/of
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en/of
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en/of
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en/of
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002 en/of
g) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002
althans in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 23 oktober 2005
te [P1] en/of [woonplaats] en/of [P2] en/of elders in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meerdere:
- aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen en/of
- verzoek(en) tot het afgeven van rijksgarantie(s) en/of
- geldleningsovereenkomst(en) en/of
- brief en/of brieven (minuut) en/of
- akte(n) van borgstelling en/of
- schuldbekentenis(sen)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst en/of heeft laten opmaken
en/of vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid -
a) (inzake de aanvraag van rijksgarantie voor een bedrag van 20.239.750 euro,
doc 346 en 585)
- in een brief met bijlage, gedateerd 22 februari 2001, opgenomen/ingevuld
en/of doen laten opnemen/invullen dat de Stichting [A] een verzoek
indient bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om zijn
projecten (in de bijlage) te mogen financieren met de rijksgarantie voor een
totaalbedrag van 264 miljoen gulden en/of dat geschrift heeft (doen) voorzien
van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief met bijlage, gedateerd 21 juni 2001, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de Stichting [A] een aanvraag indient
bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot het geven van een
rijksgarantie voor de in de bijlage genoemde projecten tot een bedrag van
20.239.750 euro en dat de voorzieningen genoemd in de bijlage eigendom zijn
van de Stichting en/of dat geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste)
handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat/die geschrift(en)) en/of
b) (inzake leningnummer [nummer] (BNG-nummer 94740) ten bedrage van
1.681.709 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 238)
- in een brief minuut (bij doc 238), zonder datum, en/of in een
aanbiedingsbrief, gedateerd 9 juli 2002 (doc 71), opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van
1.681.709 euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 73), gedateerd 9 en 15 juli 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 24 juni 2002, ten bedrage
van 1.681.709 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 59), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 60), gedateerd 9 juli 2002, opgenomen/ingevuld en/of doen
laten invullen/opnemen dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 1.693.425 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien
van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief minuut (doc 61), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 62), gedateerd 1 november 2002, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van 1.693.425
euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
([verdachte ]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 67), gedateerd 1 en 6 november 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 19 september 2002, ten
bedrage van 1.693.425 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 48), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 49), gedateerd 30 augustus 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 4.242.500 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien
van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief minuut (doc 52), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 53), gedateerd 5 december 2002, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van 4.242.500
euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
([verdachte ]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 55), gedateerd 5 en 12 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 14 november 2002, ten
bedrage van 4.242.500 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 36), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 37), zonder datum, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de garantie door het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport ([verdachte ]) zal worden verleend aan Stichting [B] voor een
bedrag van 4.838.825 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief minuut (doc 40), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 41), gedateerd 16 december 2002, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van 4.838.825
euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
([verdachte ]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 44), gedateerd 16 en 17 december 2002,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 3 december 2002, ten
bedrage van 4.838.250 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 24), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 25), gedateerd 4 november 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte]) zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 5.665.000 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien
van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief minuut (doc 27), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 28), gedateerd 14 januari 2003, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van 5.665.000
euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
([verdachte]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 31), gedateerd 14 en 21 januari 2003,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 16 december 2002, ten
bedrage van 5.665.000 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
g) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 12), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 13), gedateerd 10 december 2002, opgenomen/ingevuld en/of
doen laten invullen/opnemen dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte]) zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 3.800.000 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien
van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een brief minuut (doc 16), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 17), gedateerd 14 januari 2003, opgenomen/ingevuld en/of doen laten
invullen/opnemen dat de overeenkomst van geldlening ten bedrage van 3.800.000
euro in viervoud door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
([verdachte ]) wordt toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van
Financiën met het verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of dat
geschrift heeft voorzien van een (valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter
bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
- in een akte van borgstelling (doc 20), gedateerd 14 en 21 januari 2003,
opgenomen/ingevuld en/of doen laten invullen/opnemen dat de Staat der
Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank Nederlandse Gemeenten
aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 20 december 2002, ten
bedrage van 3.800.000 euro (en/of dat geschrift heeft voorzien van een
(valse/vervalste) handtekening(en) (zulks ter bevestiging van de juistheid van
de inhoud van dat/die geschrift(en)) en/of
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks
a) de periode van 22 februari 2001 tot en met 21 juni 2001 en/of de periode
van 22 februari 2001 tot en met 28 mei 2002 en/of
b) de periode van 21 juni 2001 tot en met 15 juli 2002 en/of
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en/of
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en/of
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en/of
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002 en/of
g) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2002 en/of
althans in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 23 oktober 2005
te [P1] en/of [woonplaats] en/of [P2] en/of elders in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt (van)
een of meer vals(e) en/of vervalst(e)
- aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen en/of
- verzoek(en) tot het afgeven van rijksgarantie(s) en/of
- geldleningsovereenkomst(en) en/of
- brief en/of brieven (minuut) en/of
- akte(n) van borgstelling(en) en/of
- schuldbekentenis(en)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat dat/die overeenkomst (en) en/of
geschrift(en) is/zijn overlegd bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS en/of (een) andere (financiële)
instelling
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
a) (inzake de aanvraag van rijksgarantie voor een bedrag van 20.239.750 euro,
doc 346 en 585)
- in een brief met bijlage, gedateerd 22 februari 2001, stond vermeld dat de
Stichting [A] een verzoek indient bij het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport om zijn projecten (in de bijlage) te mogen
financieren met de rijksgarantie voor een totaalbedrag van 264 miljoen gulden
en/of
- in een brief met bijlage, gedateerd 21 juni 2001, stond vermeld dat de
Stichting [A] een aanvraag indient bij het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot het geven van een rijksgarantie voor de
in de bijlage genoemde projecten tot een bedrag van 20.239.750 euro en dat de
voorzieningen genoemd in de bijlage eigendom zijn van de Stichting en/of
b) (inzake leningnummer [nummer] (BNG-nummer 94740) ten bedrage van
1.681.709 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 238)
- in een brief minuut (bij doc 238), zonder datum, en/of in een
aanbiedingsbrief, gedateerd 9 juli 2002 (doc 71), stond vermeld dat de
overeenkomst van geldlening ten bedrage van 1.681.709 euro in viervoud door
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt
toegezonden aan het Agentschap van het Ministerie van Financiën met het
verzoek de akte van borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 73), gedateerd 9 en 15 juli 2002, stond
vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank
Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 24
juni 2002, ten bedrage van 1.681.709 euro en/of
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 59), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 60), gedateerd 9 juli 2002, stond vermeld dat de garantie
door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) zal
worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 1.693.425 euro en/of
- in een brief minuut (doc 61), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 62), gedateerd 1 november 2002, stond vermeld dat de overeenkomst van
geldlening ten bedrage van 1.693.425 euro in viervoud door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het
Agentschap van het Ministerie van Financiën met het verzoek de akte van
borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 67), gedateerd 1 en 6 november 2002, stond
vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de Bank
Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd 19
september 2002, ten bedrage van 1.693.425 euro en/of
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 48), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 49), gedateerd 30 augustus 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ])
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 4.242.500 euro
en/of
- in een brief minuut (doc 52), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 53), gedateerd 5 december 2002, stond vermeld dat de overeenkomst van
geldlening ten bedrage van 4.242.500 euro in viervoud door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het
Agentschap van het Ministerie van Financiën met het verzoek de akte van
borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 55), gedateerd 5 en 12 december 2002,
stond vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de
Bank Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd
14 november 2002, ten bedrage van 4.242.500 euro en/of
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 36), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 37), zonder datum, stond vermeld dat de garantie door het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) zal worden
verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 4.838.825 euro en/of
- in een brief minuut (doc 40), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 41), gedateerd 16 december 2002, stond vermeld dat de overeenkomst van
geldlening ten bedrage van 4.838.825 euro in viervoud door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het
Agentschap van het Ministerie van Financiën met het verzoek de akte van
borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 44), gedateerd 16 en 17 december 2002,
stond vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de
Bank Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd
3 december 2002, ten bedrage van 4.838.250 euro en/of
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 24), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 25), gedateerd 4 november 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ])
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 5.665.000 euro
en/of
- in een brief minuut (doc 27), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 28), gedateerd 14 januari 2003, stond vermeld dat de overeenkomst van
geldlening ten bedrage van 5.665.000 euro in viervoud door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het
Agentschap van het Ministerie van Financiën met het verzoek de akte van
borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 31), gedateerd 14 en 21 januari 2003,
stond vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de
Bank Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd
16 december 2002, ten bedrage van 5.665.000 euro en/of
g) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een (beginsel)brief minuut (doc 12), zonder datum, en/of een
beginselbrief (doc 13), gedateerd 10 december 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ])
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 3.800.000 euro
en/of
- in een brief minuut (doc 16), zonder datum, en/of in een aanbiedingsbrief
(doc 17), gedateerd 14 januari 2003, stond vermeld dat de overeenkomst van
geldlening ten bedrage van 3.800.000 euro in viervoud door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ([verdachte ]) wordt toegezonden aan het
Agentschap van het Ministerie van Financiën met het verzoek de akte van
borgstelling te ondertekenen en/of
- in een akte van borgstelling (doc 20), gedateerd 14 en 21 januari 2003,
stond vermeld dat de Staat der Nederlanden zich verbindt als borg tegenover de
Bank Nederlandse Gemeenten aangaande de overeenkomst van geldlening, gedateerd
20 december 2002, ten bedrage van 3.800.000 euro;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juni 2001
tot en met 23 oktober 2005 te [P1] en/of [woonplaats] en/of [P2]
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens),
met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
(telkens) door gebruik te maken van (valse/vervalste) aanvra(a)g(en) voor het
verstrekken van leningen en/of verzoek(en) tot het afgeven van
rijksgarantie(s) en/of
geldleningsovereenkomst(en) en/of brief en/of brieven (minuut) en/of akte(n)
van borgstelling en/of,
door gebruik (en/of misbruik) te maken van zijn functie en/of (arbeids)positie
binnen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS en/of (een) andere (financiële)
instelling heeft bewogen tot het verstrekken van leningen onder rijksgarantie
en/of heeft opgelicht
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- (een) verzoek(en) tot het verstrekken van leningen onder rijksgarantie
gedaan, waarbij onjuiste gegevens werden opgegeven (waaronder de eigendom van
de voorzieningen en/of de bestemming van de te verstrekken gelden) en/of
- valse stukken overlegd (waaronder (een) (geantedateerde) aanvra(a)g(en) voor
het verstrekken van leningen en/of verzoek(en) tot het afgeven van
rijksgarantie(s) en/of geldleningsovereenkomst(en) en/of brief en/of brieven
(minuut) en/of akte(n) van borgstelling en/of een of meer ander(e) stuk(ken)
en/of geschrift(en)) en/of
- door misbruik /gebruik/omkoping van (natuurlijke)contactpersonen binnen de
organisatie de administratieve procedure voor het verstrekken van leningen
niet gevolgd en/of (een) dossier(s) bij het Ministerie van Volksgezondheid
niet gecompleteerd met de aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen
niet gevolgd en/of (een) dossier(s) bij het Ministerie van Volksgezondheid
niet gecompleteerd met de aanvra(a)g(en) voor het verstrekken van leningen
en/of de gunningsbrief en/of gunningsbrieven en/of de hypotheekakte(n) en/of
de nota('s) van aflossing en/of de aanvra(a)g(en) niet gedaan en afgewikkeld
conform de voorgeschreven procedure(s) en/of
- perso(o)n(en) binnen de organisatie(s) bewogen tot het ondertekenen van
overeenkomst(en) en/of brief/brieven en/of akte(en) en/of
- in het digitale Garantie Registratie en Administratie systeem (GRAS) van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de einddatum van de leningen
aangepast / laten aanpassen en/of
- (een) Stichting [B] opgericht, die uitsluitend diende als dekmantel voor
het verwerven van de onder rijksgarantie verstrekte leningen en/of die in
strijd handelde met de doelstelling(en) in artikel 2 van de oprichtingsakte
en/of een bankrekeningnummer behorend bij deze Stichting geopend
(67.47.49.219), dat nooit andere inkomsten heeft gekend dan de gelden van de
onder rijksgarantie verstrekte leningen (o.a. doc 172, 188) en/of
- de onder rijksgarantie verstrekte geldlening(en) niet heeft gebruikt voor de
doelstelling(en) in de zorgsector, waarvoor de gelden verstrekt worden en/of
bestemd zijn
waardoor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën en/of de Directie
Gehandicaptenbeleid van het ministerie van VWS
(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2001 tot en met 23 oktober 2005 te
[P1] en/of [woonplaats] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een
organisatie bestaande uit de (rechts)personen:
- [verdachte 1] en/of
- [verdachte 2] en/of
- [verdachte 5] en/of
- [verdachte 4] en/of
- [verdachte 6] en/of
- een of meer ander(e) (rechts)perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het valselijk opmaken of vervalsen van geschriften die bestemd zijn om tot
bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk die als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken (artikel 225 lid 1 Wetboek van
Strafrecht) en/of
- het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste geschriften als ware
die echt en onvervalst (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid,
hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van
verdichtsels, bewegen van iemand tot afgifte van een goed, het ter
beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, het
aangaan van een schuld en/of het tenietdoen van een inschuld met het oogmerk
om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (artikel 326 Wetboek van
Strafrecht) en/of
- van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding of de verplaatsing verbergen of verhullen, dan wel verbergen of
verhullen wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft dan
wel een voorwerp verwerven, voorhanden hebben, overdragen of omzetten of
ervan gebruikmaken, terwijl hij weet dat het voorwerp - onmiddellijk of
middellijk afkomstig is uit enig misdrijf (artikel 420 bis Wet boek van
Strafrecht);
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 21
juni 2001 tot en met 23 oktober 2005 te [P1] en/of [woonplaats] en/of
[P2] en/of elders in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging
met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens)
een of meerdere
gift(en) en/of belofte(n) en/of dienst(en) aan heeft genomen, te weten
- een (lenings)bedrag van 28.000,-- euro, althans een [merk auto] ter
waarde van 26.265,-- euro en/of 28.355,-- euro, en/of
- provisiegelden voor een totaalbedrag van 11.480,-- euro en/of
- een geldbedrag van 4.000,-- euro en/of
- (contante) geldbedrag(en) voor een totaalbedrag van 19.245,-- euro (contante
stortingen op zijn rekening(en)) en/of
- vergoeding van de oprichtings- en/of notariskosten ter hoogte van een bedrag
van 4.522,-- euro bij de oprichting van zijn bedrijf [E] Finance BV en/of
[E] Holding BV en/of
- deelname (voor 2/7 deel) aan de bonuspot van [C] Finance BV en/of
- de toezegging van een functie bij een bedrijf van [verdachte 1] (voor een
aanmerkelijk hoger salaris), indien verdachte zijn baan bij het ministerie van
VWS zou verliezen en/of
- een geldbedrag van 37.781,63 euro (ten tijde van zijn dienstverband bij [C]
Finance BV)
wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan en/of verleend en/of
aangeboden word(t)(en)
tengevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, al dan niet in strijd met
zijn plicht, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten, te
weten
- het antedateren van (een) brief/brieven van Stichting [A] en/of
Stichting [B] in verband met de aanvraag van leningen onder rijksgarantie
bij het ministerie van VWS en/of het opstellen van deze brief/brieven in
overleg met [verdachte 1] en/of
- het behandelen van (een) verzoek(en) en/of aanvra(a)g(en) tot verstrekking
van (een) rijksgarantie(s) en/of lening(en) van Stichting [B] en/of het
niet in acht nemen van de (interne) procedurele vereisten binnen het
ministerie van VWS van de behandeling van dergelijke verzoeken en/of
- zorgdragen voor het omzetten van de leningen in het Gras-bestand van het
ministerie van VWS naar nul (zonder de daartoe vereiste aflossingsnota's)
- het achterhouden van bescheiden voor de aanvraag van de leningen, die in de
administratie van het ministerie van VWS thuishoren en/of
- het verstrekken van informatie afkomstig van het ministerie van VWS over de
uitbesteding van het beheer van garantieverleningen en/of de juiste wijze om
een offerte in te dienen.
Vrijspraak.
De rechtbank acht met de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte bij dagvaarding onder 3. is tenlastegelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte van het hem tenlastegelegde integraal dient te worden vrijgesproken. Daartoe is in het bijzonder aangevoerd dat de verklaringen van verdachte ter gelegenheid van zijn verhoren bij de recherche, voor zover deze een bekentenis lijken in te houden, als niet betrouwbaar terzijde dienen te worden gesteld. Verdachte heeft zich onder druk van de verhoorsituatie en in een toestand van fysieke en emotionele uitputting akkoord verklaard met een door de recherche gesuggereerde voorstelling van zaken, terwijl in werkelijkheid de gang van zaken een geheel andere is geweest. Verdachte heeft zich niet bezig gehouden met het creëren van geantedateerde correspondentie noch met het misleiden van andere overheidsfunctionarissen. Verdachte heeft de inleidende correspondentie via reguliere kanalen tijdig ontvangen. Dat deze correspondentie bij hem thuis is aangetroffen vindt zijn verklaring in de door verdachte uitgevoerde opbouw en instandhouding van een betrouwbaar registratiesysteem. Het ontbreken van postregistratie is zonder betekenis omdat deze registratie niet consequent werd toegepast. Dat rijksgaranties werden gevraagd door en toegekend aan de stichting [B] en niet door de stichting [A] is niet een afwijkende gang van zaken. Hetzelfde geldt voor het ontbreken van een 'gunningsbrief' en van hypotheekstelling. Verdachte heeft ook op het punt van de beschuldiging van het ontvangen van gelden, naar aanleiding van hetgeen, al dan niet in strijd met zijn plicht, door hem is verricht of nagelaten, ten overstaan van de recherche een bekennende verklaring afgelegd, die als onbetrouwbaar terzijde dient te worden gesteld. Verdachte heeft wel informatie verstrekt aan onder meer [verdachte 1], doch in het kader van dienstverlening aan de instellingen die herfinanciering overwogen. De betalingen die verdachte in zijn bedrijf van diezelfde [verdachte 1] ontving, hadden met deze informatieverstrekking niet van doen, maar stonden in relatie tot andere werkzaamheden die verdachte als ondernemer met toestemming van het ministerie van VWS verrichtte. Van valsheid in geschrift, oplichting of omkoping is derhalve geen sprake geweest, aldus nog steeds de verdediging.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft blijkens de opgemaakte processen-verbaal in zijn vierde verhoor, d.d. 25 oktober 2005, doc. 558, bij de rijksrecherche een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van zijn betrokkenheid bij het totstandkomen van de geantedateerde correspondentie die samenhing met de uiteindelijke verstrekking van rijksgaranties aan de stichting [B]. In zijn vijfde verhoor, diezelfde datum afgelegd, doc. 559, heeft verdachte voortgaand verklaard over de aan [B] afgegeven garanties. In het zesde verhoor, afgelegd op 26 oktober 2005, doc. 569, heeft verdachte verklaard dat op zijn instructie naar aanleiding van de brief van [B] van 8 april 2003 in het zogenaamde GRAS-systeem mutaties zijn aangebracht ten aanzien van de einddatum van de door [B] aangegane leningen. Voorts heeft verdachte in dit verhoor erkend dat hij anderen heeft bewogen tot het ondertekenen van de benodigde documenten die hebben geleid tot het onterecht verstrekken van leningen met rijksgarantie. In het zevende verhoor, eveneens afgelegd op 26 oktober 2005, doc. 570, heeft verdachte verklaard dat de betaling aan hem van een bedrag ad € 28.500,- een lening betrof van [verdachte 1] aan hem, verdachte, om een auto te kunnen kopen. Vervolgens, in zijn achtste verhoor, diezelfde dag afgelegd, doc 583, heeft verdachte aangegeven dat hij regelmatig informatie over zorginstellingen die op zoek waren naar geldleningen, doorspeelde naar [verdachte 1]. In ruil hiervoor kreeg verdachte provisie van [verdachte 1] indien deze met succes kon bemiddelen bij het afsluiten van een lening. "[verdachte 1] werd er beter van en ik werd er beter van", aldus verdachte.
Verdachte heeft in dit verhoor tevens aangegeven dat het bedrag om een nieuwe auto te kunnen kopen, hem door [verdachte 1] is toegezegd als tegenprestatie voor het verzorgen van een mogelijkheid dat in 2002 alsnog leningen met rijksgarantie zouden worden afgesloten, hoewel de desbetreffende regeling al in (juli) 2001 was afgeschaft.
In dit verhoor heeft verdachte voorts aangegeven dat hij door [verdachte 1] financieel is bijgestaan bij het oprichten van een besloten vennootschap.
Ten aanzien van het verschaffen van informatie omtrent de door het ministerie van VWS voorgestane uitbesteding van het beheer van garantieverleningen, heeft verdachte in dit verhoor verklaard dat hij daartoe is overgegaan door onder meer een offerte van een andere partij aan [verdachte 1] te doen toekomen.
Ook verklaart verdachte in nog altijd zijn achtste verhoor gedetailleerd dat hij de originele brieven van 22 februari en 21 juni 2001 thuis heeft bewaard omdat hij niet goed wist hoe deze in de dossiers bij VWS in te voegen omdat hij dan moest regelen dat er een stempel van 2001 op kwam, wat verdachte echter niet mogelijk achtte vanwege het bij VWS gehanteerde postregistratiesysteem.
In latere verhoren is verdachte op deze verklaringen teruggekomen, doch aanvankelijk slechts zeer ten dele. Ter gelegenheid van de voorgeleiding van verdachte aan de rechter-commissaris op 27 oktober 2005 heeft verdachte zijn bekennende verklaringen gehandhaafd. Verdachte heeft hiermee ter zitting geconfronteerd aangegeven zich dat niet meer te herinneren. In het twaalfde verhoor bij de recherche, op 10 november 2005, doc 730, derhalve geruime tijd na de hiervoor genoemde bekennende verklaringen, heeft verdachte bovendien nog verklaard dat hij van andere bemiddelaars geen provisie kreeg, doch als een lening via [verdachte 1] was afgesloten naar aanleiding van door hem, verdachte, verstrekte informatie, hij van [verdachte 1] een deel van de provisie ontving die laatstgenoemde bij de zorginstelling in rekening bracht.
Dat de bekennende verklaringen van verdachte, zoals onder meer afgelegd in diens vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste verhoor, onbetrouwbaar zouden zijn en slechts de visie van de rechercheurs weergeven, die verdachte ten onrechte voor zijn rekening heeft genomen, laat zich voorts slecht verenigen met de in die verhoren vervlochten stellingen van verdachte dat hij meende dat zijn handelen nimmer in strijd kwam met de belangen van de zorginstellingen en dat hem slechts het uitsparen van geld voor de zorg voor ogen heeft gestaan. De rechtbank acht weinig aannemelijk dat ook die passages uit de koker van de rechercheurs zouden zijn gekomen. Integendeel, verdachte heeft ter zitting desgevraagd aangegeven woorden van die strekking wel te hebben gebezigd tijdens de verhoren, welke woorden echter evenmin te rijmen zijn met zijn stelling dat hem geen blaam zou treffen.
De bekennende verklaringen van verdachte vinden onder meer steun in de inhoud van brieven opgeslagen onder [bestandsnaam]1.doc en [bestandsnaam]3.doc op de, in de woning van verdachte aangetroffen, pc van verdachte (doc 529). Deze brieven bevatten de aanhef en tekst van de meergemelde brieven gedateerd 22 februari 2001 en 21 juni 2001, maar zijn tevens voorzien van de aantekeningen:
- "Lettertype omzetten naar jullie standaard" en (bij één brief )
- "GEEN euro-bedragen vermelden. Dit was nog niet verplicht".
Zoals in voormeld verhoor ook door verdachte erkend, zijn deze aantekeningen niet anders te begrijpen dan als instructie voor degene die de brief aan hem, verdachte moest toezenden. Voorts vloeit uit de passage omtrent euro-bedragen voort dat het instructies betroffen voor een brief die moest doorgaan voor een brief die voorafgaand de invoering van de euro, 1 januari 2002, was geschreven. De bevindingen van digitaal rechercheur [naam], doc 529, omtrent de aanmaakdatum, te weten 25 mei 2002, sluiten hierbij aan.
Ter zitting is verdachte een verklaring schuldig gebleven waarom deze, kennelijk als instructie bedoelde aantekeningen waren geplaatst.
De aanwezigheid van deze instructies is voorts niet te verenigen met de latere verklaringen van verdachte dat hij die brieven zou hebben overgetypt voor zijn eigen administratie mede in verband met zijn toekomstige functie bij [C] Finance.
Ook vinden de bekennende verklaringen van verdachte omtrent de antedatering van meergemelde brieven een bevestiging in de verklaring van medeverdachte [verdachte 2], waar deze aangeeft dat de brieven van [A] aan VWS een andere datum hadden, hetgeen was besloten in de conceptaanlevering.
Daarnaast vinden de bekennende verklaringen van verdachte onder meer steun in de aangetroffen documenten 526 en 397 houdende door [verdachte 1] opgestelde staten d.d. resp. 5 januari 2002 en 15 november 2003 waarin de herfinancieringen waarbij deze heeft bemiddeld worden opgesomd, en de daaraan verbonden provisie, alsmede de facturen. Dat deze staten zien op de gelden die aan verdachte door [verdachte 1] werden toebedeeld als provisie wordt ook bevestigd door berichten die op de computer van verdachte zijn aangetroffen, waarin verdachte reageert op voornoemd overzicht d.d. 5 januari 2001, doc. 868 resp. doc. 791.
Onder deze omstandigheden dient het verweer dat de bekennende verklaringen van verdachte onbetrouwbaar zijn, te worden verworpen. Hierbij komt dat verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat er door de rechercheurs onoirbare druk op hem zou zijn uitgeoefend noch valt in de geverbaliseerde verhoren terug te lezen dat hij op enig moment zou hebben aangegeven fysiek en geestelijk dusdanig uitgeput te zijn geweest dat hij niet meer in staat was aan het verhoor deel te nemen. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de in de tenlastelegging genoemde periode zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrift en het medeplegen van het gebruik maken ervan. Voorts acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en voorts giften heeft aangenomen naar aanleiding van handelen in strijd met zijn plicht, zulks voorzover in na te melden bewezenverklaring aangegeven.
De bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1. eerste alternatief/cumulatief, 1. tweede alternatief/cumulatief, 2. en 4. tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat
1.
in
a) de periode
van 22 februari 2001 tot en met 28 mei 2002 en
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2003 en
g) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2003
in Nederland
telkens tezamen en in vereniging met anderen
telkens
- verzoeken tot het afgeven van rijksgaranties en
- brieven minuut
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt
immers hebben verdachte en zijn mededaders
telkens valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid -
a) (inzake de aanvraag van rijksgarantie voor een bedrag van 20.239.750 euro,
doc 346 en 585)
- in een brief met bijlage, gedateerd 22 februari 2001, opgenomen
dat de Stichting [A] een verzoek
indient bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om zijn
projecten in de bijlage te mogen financieren met de rijksgarantie voor een
totaalbedrag van 264 miljoen gulden en dat geschrift heeft voorzien
van een handtekening zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat geschrift en
- in een brief met bijlage, gedateerd 21 juni 2001, opgenomen
dat de Stichting [A] een aanvraag indient
bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot het geven van een
rijksgarantie voor de in de bijlage genoemde projecten tot een bedrag van
20.239.750 euro
en dat geschrift heeft voorzien van een
handtekening zulks ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van
dat geschrift en
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een beginselbrief minuut (doc 59), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 60), gedateerd 9 juli 2002, opgenomen
dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 1.693.425 euro
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een beginselbrief minuut (doc 48), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 49), gedateerd 30 augustus 2002, opgenomen
dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 4.242.500 euro
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
- in een beginselbrief minuut (doc 36), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 37), zonder datum, opgenomen
dat de garantie door het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport zal worden verleend aan Stichting [B] voor een
bedrag van 4.838.825 euro
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een beginselbrief minuut (doc 24), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 25), gedateerd 4 november 2002, opgenomen
dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 5.665.000 euro
g) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een beginselbrief minuut (doc 12), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 13), gedateerd 10 december 2002, opgenomen
dat de garantie door het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal worden verleend aan Stichting
[B] voor een bedrag van 3.800.000 euro
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en
hij in
a) de periode
van 22 februari 2001 tot en met 28 mei 2002 en
c) de periode van 21 juni 2001 tot en met 6 november 2002 en
d) de periode van 21 juni 2001 tot en met 12 december 2002 en
e) de periode van 21 juni 2001 tot en met 17 december 2002 en
f) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2003 en
g) de periode van 21 juni 2001 tot en met 21 januari 2003 en
in Nederland
telkens tezamen en in vereniging met anderen
telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
valse
- verzoeken tot het afgeven van rijksgaranties en
- brieven (minuut)
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware dat geschrif telkens echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat die
geschriften zijn overgelegd bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten
en bestaande die valsheid hierin dat
a) (inzake de aanvraag van rijksgarantie voor een bedrag van 20.239.750 euro,
doc 346 en 585)
- in een brief met bijlage, gedateerd 21 juni 2001, stond vermeld dat de
Stichting [A] een aanvraag indient bij het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot het geven van een rijksgarantie voor de
in de bijlage genoemde projecten tot een bedrag van 20.239.750 euro en
c) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95539) ten bedrage van
1.693.425 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 239)
- in een beginselbrief minuut (doc 59), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 60), gedateerd 9 juli 2002, stond vermeld dat de garantie
door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal
worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 1.693.425 euro en
d) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 95913) ten bedrage van
4.242.500 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 240)
- in een beginselbrief minuut (doc 48), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 49), gedateerd 30 augustus 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 4.242.500 euro
e) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96005) ten bedrage van
4.838.835 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 241)
- in een beginselbrief minuut (doc 36), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 37), zonder datum, stond vermeld dat de garantie door het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal worden
verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 4.838.825 euro en
f) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96074) ten bedrage van
5.665.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 242)
- in een beginselbrief minuut (doc 24), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 25), gedateerd 4 november 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 5.665.000 euro
en
g) (inzake leningnummer [nummer] (BNG nummer 96176) ten bedrage van
3.800.000 euro aangevraagd door Stichting [B], doc 243)
- in een beginselbrief minuut (doc 12), zonder datum, en een
beginselbrief (doc 13), gedateerd 10 december 2002, stond vermeld dat de
garantie door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
zal worden verleend aan Stichting [B] voor een bedrag van 3.800.000 euro
2.
hij in de periode van 21 juni 2001
tot en met 23 oktober 2005
in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
meermalen, telkens,
met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
telkens door gebruik te maken van valse aanvragen voor het
verstrekken van leningen en verzoeken tot het afgeven van
rijksgaranties en brieven minuut
door misbruik te maken van zijn functie
binnen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Bank
Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Financiën
heeft bewogen tot het verstrekken van leningen onder rijksgarantie
hebbende verdachte en zijn mededaders toen aldaar telkens met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- verzoeken tot het verstrekken van leningen onder rijksgarantie
gedaan, waarbij onjuiste gegevens werden opgegeven waaronder de eigendom van
de voorzieningen en de bestemming van de te verstrekken gelden en
- valse stukken overgelegd waaronder verzoeken tot het afgeven van
rijksgaranties en brieven (minuut)
de administratieve procedure voor het verstrekken van leningen
niet gevolgd en dossiers bij het Ministerie van Volksgezondheid
niet gecompleteerd met gunningsbrieven en hypotheekakten
en
- personen binnen de organisaties bewogen tot het ondertekenen van
overeenkomsten en brieven en akten en
- Stichting [B] opgericht, die diende voor
het verwerven van de onder rijksgarantie verstrekte leningen
waardoor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de Bank
Nederlandse Gemeenten en/of het Ministerie van Financiën
telkens werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in de periode van 21juni 2001 tot en met 23 oktober 2005
in Nederland meermalen,
giften en beloften heeft aangenomen, te weten
- een (lenings)bedrag van 28.000,-- euro
en
- provisiegelden en
- vergoeding van de oprichtingskosten ter hoogte van een bedrag
van 4.522,-- euro bij de oprichting van zijn bedrijven [E] Finance BV en
[E] Holding BV
wetende dat deze hem gedaan werden
naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met
zijn plicht, in zijn bediening werd gedaan of nagelaten, te
weten
- het antedateren van brieven van Stichting [A]
in verband met de aanvraag van leningen onder rijksgarantie
bij het ministerie van VWS en het opstellen van deze brieven in
overleg met [verdachte 1] en
- het behandelen van verzoeken en aanvragen tot verstrekking
van rijksgaranties en leningen van Stichting [B] en
- zorgdragen voor het omzetten van de leningen in het Gras-bestand van het
ministerie van VWS naar nul
en
- het verstrekken van informatie afkomstig van het ministerie van VWS over de
uitbesteding van het beheer van garantieverleningen en de juiste wijze om
een offerte in te dienen,
zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Ten aanzien van de als feit 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde oplichting overweegt de rechtbank ambtshalve het volgende..
In de tenlastelegging wordt niet met zoveel woorden aangeduid welk oplichtingmiddel als bedoeld in artikel 326 WvSr naar het inzicht van de officier van justitie door verdachte is gehanteerd. Immers, niet is vermeld of het handelen van verdachte het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen, dan wel een samenweefsel van verdichtsels oplevert.
De feitelijke beschrijving van het bewezenverklaarde handelen van verdachte, te weten het gebruik maken van valse documenten, is naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als het hanteren van listige kunstgrepen. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank dat in de bewezenverklaarde nadere uitwerking van het handelen van verdachte wordt aangegeven dat hij dat handelen 'valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid' heeft verricht.
Ten aanzien van de als feit 4 tenlastegelegde en bewezenverklaarde overweegt de rechtbank het volgende:
Het onder 4 tenlastegelegde ziet op het verwijt dat verdachte giften heeft aangenomen naar aanleiding van hetgeen door hem, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn bediening werd gedaan of nagelaten. Dergelijk handelen is strafbaar indien degene die zich hieraan schuldig maakt, de hoedanigheid van ambtenaar bezit en in die hoedanigheid de giften aanneemt. In de tenlastelegging is niet tot uitdrukking gebracht dat verdachte zich in deze hoedanigheid, als ambtenaar, heeft laten omkopen. Het bewezenverklaarde is dan ook niet kwalificeerbaar. Verdachte wordt dan ook terzake het onder 4. tenlastegelegde ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het overig bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting van de Ministeries van VWS en Financiën en de BNG en daardoor de Staat benadeeld voor een bedrag van € 21.921.459,-. Onder vigeur van de stichting waarbij medeverdachte [verdachte 2] werkzaam was werden (geantedateerde) aanvragen bij het Ministerie van VWS ingediend tot verstrekking van rijksgaranties voor leningen bij de Bank Nederlandse Gemeenten voor de financiering van projecten in de gehandicaptenzorg. Verdachte was als ambtenaar werkzaam op het betreffende ministerie en heeft aldaar middels valse documenten en door na te laten voorgeschreven procedures te volgen bewerkstelligd dat de rijksgaranties werden verleend, op basis van een regeling die reeds was afgeschaft. Middels een stichting die de schijn wekte gerechtigd te zijn de rijksgegarandeerde leningen te ontvangen zijn verdachte en zijn mededaders erin geslaagd de betreffende gelden onder hun bereik te krijgen.
De door de BNG afgegeven rijksgegarandeerde leningen zijn via laatstgenoemde stichting direct doorgesluisd naar besloten vennootschappen waarin medeverdachten belangen hadden. Deze gelden zijn vervolgens gestoken in allerlei -niet zorggerelateerde- investeringen. Doordat de afbetalingen aan de BNG niet meer konden worden gedaan, is het Ministerie van VWS op zijn garantstelling aangesproken. Op geen enkele wijze is in het dossier terug zien dat verdachten, zoals zij hebben aangevoerd, op enig moment hebben gedacht de gelden aan de zorg ten goede te laten komen.
De rechtbank neemt het verdachte en zijn medeverdachten zeer kwalijk dat zij misbruik hebben gemaakt van een regeling die was bedoeld om voorwaarden te scheppen voor financiering van instellingen in de zorg voor een kwetsbare groep als gehandicapten en zij hierdoor het Ministerie van VWS en uiteindelijk de samenleving hebben benadeeld voor dit enorme bedrag.
Verdachte heeft door zijn positie van ambtenaar op het Ministerie van VWS een sleutelrol gespeeld in de totstandkoming van deze reeks van delicten. Door zijn kennis van de gang van zaken binnen het Ministerie, van de wijze waarop aanvragen tot het verstrekken van garanties werden gecontroleerd en door zijn wetenschap van de omstandigheid dat bij die controle in belangrijke mate werd vertrouwd op de onkreukbaarheid van de medewerkers, is het mogelijk geweest dat de betreffende bedragen in handen van zijn medeverdachten zijn gevallen. Verdachte is hierdoor medeverantwoordelijk voor de zeer aanzienlijke schade die aan de Staat is toegebracht.
Verdachte heeft zich hierbij kennelijk laten leiden door het verlangen naar geldelijk gewin.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van deze feiten met zich brengt dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur is gerechtvaardigd. De eis van de officier van justitie zal de rechtbank evenwel niet volgen, reeds omdat de rechtbank in afwijking van de conclusie van de officier van justitie, verdachte niet zal veroordelen terzake van de tenlastegelegde omkoping.
De rechtbank zal bij de strafoplegging voorts rekening houden met de omstandigheid dat verdachte niet eerder terzake van strafbare feiten is veroordeeld. Ook houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat sedert het begaan van de feiten inmiddels geruime tijd is verstreken, en verdachte door oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die de duur van de ondergane voorlopige hechtenis overstijgt, in zijn maatschappelijk bestaan ernstig zal worden getroffen.
Tenslotte neem de rechtbank in aanmerking dat krachtens de wet (art. 56 lid 2 WvSr) de bewezenverklaarde valsheid in geschrift en het bewezenverklaarde gebruik maken van ditzelfde geschrift als voortgezette handeling moeten worden aangemerkt, waardoor te dien aanzien slechts een strafbepaling wordt toegepast.
De rechtbank ziet geen aanleiding te bepalen dat, zoals de officier van justitie heeft gevorderd, de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. De rechtbank is van oordeel dat de gronden die tot dat bevel hebben geleid, zich thans niet meer voordoen en bepalen dat voornoemd bevel wordt opgeheven.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: 47, 56, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het bij dagvaarding onder 3. heeft begaan en spreekt de verdachte hiervan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1. eerste alternatief/cumulatief en 1. tweede alternatief/cumulatief, 2., en 4. tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
1. eerste alternatief/cumulatief
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
1. tweede alternatief/cumulatief
Medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd
Verstaat dat het bewezenverklaarde is begaan als voortgezette handeling
2.
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat het onder 4. bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging;
verklaart het overig bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van TWAALF (12) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van
de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op: 24 oktober 2005,
in voorlopige hechtenis gesteld op: 27 oktober 2005;
welke voorlopige hechtenis werd geschorst met ingang van: 31 mei 2006;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.A.M. Hoek, voorzitter,
mr. E.F. Brinkman en mr. H.J.M. Smid-Verhage, rechters,
in tegenwoordigheid van V.R.G.D. Boel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 oktober 2008.