ECLI:NL:RBSGR:2008:BG1222
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A.A. ter Meer - Siebers
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en belangenafweging
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 oktober 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de inbewaringstelling van eiser, een Amerikaanse vreemdeling. Eiser was op 10 oktober 2008 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat het belang van de openbare orde de inbewaringstelling vorderde. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangenafweging, die volgens het beleid (A6/5.3.3.4 Vc 2000) gemaakt diende te worden, niet adequaat is uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat uit het bewaringsdossier niet blijkt dat de belangen van eiser zijn afgewogen tegen die van de Staat. De rechtbank concludeert dat de zinsnede "belangenafweging hoort/dient in voordeel uit te vallen" zonder verdere toelichting niet voldoet aan de eisen van een transparante belangenafweging. De rechtbank heeft de inbewaringstelling onrechtmatig verklaard en bevolen tot opheffing van de bewaring. Tevens is er een schadevergoeding van € 980,-- toegekend aan eiser voor de dagen die hij in bewaring heeft doorgebracht. De rechtbank heeft verweerder in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 644,--. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.