ECLI:NL:RBSGR:2008:BG0942
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onterecht bevel tot verwijdering uit het centrum van Katwijk
Op 29 april 2008 heeft de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 20 mei 2007 in Katwijk aan Zee was aangehouden. De verdachte was beschuldigd van het niet naleven van een ambtelijk bevel om het centrum van Katwijk te verlaten, gegeven door politieambtenaren. De officier van justitie had een geldboete van € 130,- geëist, subsidiair 2 dagen hechtenis. Tijdens de zitting op 15 april 2008 was de verdachte niet verschenen. De politierechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Katwijk en de Politiewet.
De politierechter overwoog dat de vordering tot verwijdering uit het centrum niet in overeenstemming was met de wettelijke basis die artikel 2.1.1.1 van de APV biedt. Dit artikel schept een rechtsplicht voor burgers om gehoor te geven aan een bevel van de politie, maar de rechter concludeerde dat de vordering te ruim en onbepaald was. De rechter benadrukte dat er specifieke omstandigheden moeten zijn die een bevel rechtvaardigen en dat de politie in dit geval een te ruime interpretatie van hun bevoegdheden had toegepast.
De politierechter oordeelde dat er geen voldoende wettelijke grondslag was voor de vordering tot verwijdering en dat deze niet kon worden aangemerkt als een bevel in de zin van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht. Daarom sprak de rechter de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en specifieke wettelijke grondslagen voor politiebevelen en de bescherming van de rechten van burgers.