ECLI:NL:RBSGR:2008:BF6810

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/31726
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vreemdelingenbewaring en gebruik van aliassen in bestuursrechtelijke context

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 18 september 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel van de staatssecretaris van Justitie. Eiser, een Sierra Leoonse vreemdeling, was op 1 september 2008 in bewaring gesteld op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Eiser had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend, die was afgewezen, en hij had zich bij een casino gelegitimeerd met een vals identiteitsbewijs. De staatssecretaris legde de bewaring onder andere ten grondslag aan het gebruik van aliassen, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet terecht was. Eiser had zich tegenover de vreemdelingenpolitie met zijn eigen naam geïdentificeerd en had geen valse identiteit opgegeven. De rechtbank concludeerde dat de grondslag van het gebruik van aliassen niet kon worden gehanteerd in combinatie met de verdenking van het plegen van een misdrijf.

De rechtbank overwoog verder dat, hoewel de staatssecretaris aan de bewaring had mogen ten grondslag leggen dat eiser geen vaste woon- of verblijfplaats had, de waarde van deze grondslag moest worden gerelativeerd. Eiser had geen inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en er was onduidelijkheid over zijn woonadres. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de verminderde waarde van de grondslag van geen vaste woon- of verblijfplaats en het ontbreken van de grondslag van het gebruik van aliassen, er voldoende redenen waren om eiser in bewaring te stellen.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, voorzitter, in aanwezigheid van griffier W. de Jong-Koops.

Uitspraak

Rechtbank 's-Gravenhage
zittinghoudende te Amsterdam
enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken
Uitspraak
op grond van artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
jo artikel 94 en artikel 106 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
reg. nr.: AWB 08/31726
V-nr.: [nummer]
inzake:
[eiser], geboren op [...] november 1988, van (gestelde) Sierra Leoonse nationaliteit, verblijvende in het detentiecentrum te Zaandam, eiser,
gemachtigde: mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam,
tegen:
de staatssecretaris van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. V.P. Goranov, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Op 1 september 2008 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 in bewaring gesteld.
Bij beroepschrift van 2 september 2008 heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel.
Ingevolge artikel 94, eerste lid, van de Vw 2000 houdt het beroep tevens in een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 11 september 2008. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door mr. A.C.G. Meijer, een kantoorgenoot van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Eiser heeft het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. Eisers aanvraag om afgifte van een verblijfsvergunning is op 5 juni 2002 afgewezen op grond van het mvv-vereiste. Eiser heeft van 2001 tot 2005 praktijkonderwijs gevolgd en heeft dit afgerond met een diploma. Een vervolgopleiding kon eiser niet doen in verband met zijn illegaliteit. Eiser is een uiterst getalenteerde voetballer. In 2005 wilde PSV hem contracteren als jeugdspeler, hetgeen niet is doorgegaan in verband met zijn illegaliteit. Sindsdien voetbalt eiser als amateur bij Telstar. De moeder van eiser woont sinds kort als EU-burger in Engeland. Eiser wil zich op grond van het gemeenschapsrecht in Engeland vestigen als gezinslid van zijn moeder. Eiser is echter zijn paspoort kwijtgeraakt door een brand. Hij wil een nieuw paspoort aanvragen bij de ambassade van Sierra Leone in Brussel.
Eiser woont al jaren op het adres [woonadres] te Amsterdam bij zijn stiefvader. Tevens heeft eiser zich nooit bediend van een of meerdere aliassen. Tegenover de politie heeft eiser zich nooit voor een ander uitgegeven. Verweerder kan volstaan met een meldplicht, zodat eiser een nieuw paspoort kan aanvragen, waarna hij zich bij zijn moeder in Engeland kan voegen.
Verweerder heeft het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. De bewaring is rechtmatig opgelegd en duurt rechtmatig voort. Eiser staat niet ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en heeft derhalve geen vaste woon- of verblijfplaats. Bovendien heeft eiser eerder verklaard dat hij bij zijn moeder woont, terwijl ter zitting blijkt dat hij bij zijn stiefvader woont en dat zijn moeder in Engeland woont. Voorts heeft eiser zich bij het casino gelegitimeerd met een vals document, zodat het gebruik van aliassen aan de bewaring ten grondslag kan worden gelegd. Tevens was eiser in het bezit van een bankpas op naam van een ander persoon. Zonder aanwezigheid van de grondslag zich bedienen van een alias, blijven er nog voldoende gronden over om de bewaring te rechtvaardigen.
De rechtbank overweegt het volgende.
Ingevolge artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 kan, indien het belang van de openbare orde of nationale veiligheid dat vordert, met het oog op de uitzetting, in bewaring worden gesteld de vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft.
Eiser heeft niet bestreden dat hij geen rechtmatig verblijf hier te lande heeft. De vraag of hij al dan niet op basis van het gemeenschapsrecht in Engeland zou mogen verblijven ligt thans niet ter toetsing voor.
Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat verweerder ten onrechte aan de maatregel ten grondslag heeft gelegd dat eiser geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en dat hij zich van een of meerdere aliassen bedient. Eiser heeft de overige gronden van de maatregel niet bestreden.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder aan de bewaring ten grondslag mocht leggen dat eiser geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. Hierbij overweegt de rechtbank dat eiser niet staat ingeschreven in de GBA. Gelet op de onduidelijkheid die eiser heeft doen ontstaan over bij wie hij woont kan niet worden volgehouden dat aan het feit dat hij op de [woonadres] te Amsterdam zou wonen gelijke waarde kan worden toegekend als aan een GBA inschrijving. De rechtbank is evenwel met eiser van oordeel dat het gewicht dat moet worden toegekend aan deze bewaringsgrond om voornoemde reden moet worden gerelativeerd.
Verweerder heeft niet aan de bewaring ten grondslag mogen leggen dat eiser aliassen heeft gebruikt. Eiser heeft zich bij het casino met een vals identiteitsbewijs gelegitimeerd teneinde het casino binnen te komen. Om deze reden kan aan eiser worden tegengeworpen dat hij wordt verdacht van het plegen van een misdrijf. Dit kan echter niet op een lijn worden gesteld met het hanteren van een alias jegens de autoriteiten. Eiser heeft tegenover de (vreemdelingen)politie direct zijn eigen naam gebruikt en heeft geen valse identiteit opgegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de grondslag “gebruik van een of meerdere aliassen” in het onderhavige geval niet naast de grondslag verdacht van het plegen van een misdrijf kan worden gelegd.
De rechtbank overweegt dat zelfs met de verminderde waarde van de grondslag “geen vaste woon- of verblijfplaats” en het ontbreken van de grondslag “zich bedienen van een of meedere aliassen” er voldoende gronden blijven staan om eiser in bewaring te stellen.
Voor wat betreft de beroepsgrond dat kon worden volstaan met een lichter middel, zodat eiser vanuit vrijheid via Brussel een paspoort kan regelen om zich op grond van het EG-recht bij zijn moeder in Engeland te voegen, overweegt de rechtbank dat verweerder van een lichter middel had mogen afzien. Niet valt in te zien waarom eiser niet eerder een paspoort heeft aangevraagd. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat de moeder van eiser al vier jaar in Engeland verblijft. De ziekte van zijn moeder kan hiervoor geen afdoende verklaring geven, nu dit geenzins in de weg heeft gestaan aan eisers mogelijkheden om in Brussel een paspoort aan te vragen.
Na beoordeling van de door of namens eiser naar voren gebrachte beroepsgronden, concludeert de rechtbank dat de toepassing noch de tenuitvoerlegging van de vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met de wet en dat deze bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid gerechtvaardigd is te achten. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank geen gronden aanwezig om toepassing te geven aan artikel 106 van de Vw 2000 of artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, voorzitter, in tegenwoordigheid van W. de Jong-Koops, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2008.