ECLI:NL:RBSGR:2008:BF2937
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de RAWOO in vorderingen tegen de Staat der Nederlanden
In deze zaak vorderde de Raad voor Wetenschappelijk Onderzoek Ontwikkelingssamenwerking (RAWOO) een verklaring voor recht dat de Staat onrechtmatig had gehandeld door het Intrekkingsbesluit uit te vaardigen, alsook een gebod om dit besluit in te trekken. De RAWOO, die nooit rechtspersoonlijkheid heeft bezeten, stelde dat zij optrad als belangenbehartiger voor diverse onderzoeksinstellingen. De rechtbank oordeelde echter dat alleen natuurlijke en rechtspersonen bevoegd zijn om een vordering in te stellen bij de civiele rechter, en dat er geen wettelijke basis was voor de RAWOO om haar vorderingen in te dienen. De rechtbank wees de vordering van de RAWOO af wegens niet-ontvankelijkheid, en oordeelde dat de RAWOO niet in de proceskosten kon worden veroordeeld omdat zij geen eigen vermogen had. De rechtbank concludeerde dat de RAWOO niet gelijkgesteld kon worden met een medezeggenschapsorgaan, waarvoor in de jurisprudentie wel een uitzondering wordt gemaakt. Personen die zich benadeeld voelen door de opheffing van de RAWOO kunnen zelf een vordering instellen, maar de RAWOO zelf kan dat niet. De rechtbank wees ook het verzoek van de Staat om de procureur van de RAWOO in de proceskosten te veroordelen af, omdat er geen bewijs was dat de procureur de feitelijke opdrachtgever was voor het instellen van de vordering. Het vonnis werd uitgesproken op 13 augustus 2008.