ECLI:NL:RBSGR:2008:BF2724
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W.H.B. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting van Chinese vreemdeling zonder identiteitspapieren
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 september 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van vreemdelingenbewaring van een Chinese vreemdeling. De vreemdeling, die zonder identiteitspapieren in Nederland verblijft, heeft op 1 september 2008 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie, die op 24 juni 2008 de maatregel van bewaring had opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afgifte van een laissez-passer door de Chinese autoriteiten op 8 september 2008 niet kan worden gezien als een indicatie van een veranderd beleid ten aanzien van de afgifte van dergelijke documenten. De rechtbank concludeert dat de afgifte is gebaseerd op gegevens die door de vreemdeling zijn verstrekt, zoals naam, geboorteplaats en identiteitsnummer. Dit geeft de rechtbank voldoende vertrouwen dat er zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn.
De rechtbank overweegt dat de vreemdeling, net als in een eerder door verweerder aangehaald geval, geen beroep heeft gedaan op de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De rechtbank heeft het onderzoek heropend op 16 september 2008, omdat het eerder onderzoek niet volledig was. Na het indienen van nadere gegevens door de verweerder en een reactie van de gemachtigde van de vreemdeling, hebben partijen schriftelijk toestemming verleend om de zaak zonder nadere zitting af te doen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er geen grond is voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.