ECLI:NL:RBSGR:2008:BE9233
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W.H.B. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Uitzonderingsbepaling Wet arbeid vreemdelingen bij reparatie van machines
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 augustus 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Poolse ondernemer, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiser kreeg een boete opgelegd van € 4.000,- wegens het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. De vreemdeling, D. [A.], was in dienst van eiser en verrichtte werkzaamheden in Nederland voor de reparatie van een machine die in Polen was vervaardigd. Eiser stelde dat de werkzaamheden onder de uitzonderingsbepaling van artikel 3, eerste lid, onder c van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) vielen, omdat het ging om incidentele werkzaamheden die onder de garantie vielen.
De rechtbank oordeelde dat de opvatting van verweerder, dat de uitzonderingsbepaling alleen van toepassing zou zijn op nieuwe machines, onjuist was. De rechtbank benadrukte dat de maatstaf voor de toepassing van de bepaling het incidentele karakter van de werkzaamheden is, en niet de eigenschappen van de te repareren machine. De rechtbank constateerde dat de door de vreemdeling verrichte arbeid inderdaad incidenteel was en dat er geen bevoegdheid bestond voor het opleggen van de boete. Het bestreden besluit werd vernietigd en het beroep van eiser werd gegrond verklaard.
De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten aan eiser, vastgesteld op € 644,-, en gelastte de vergoeding van het griffierecht van € 143,-. Deze uitspraak bevestigt de noodzaak om bij de toepassing van de Wav rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de zaak en de interpretatie van de uitzonderingsbepalingen.