ECLI:NL:RBSGR:2008:BE9226
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W.H.B. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Oplegging van een boete wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage geoordeeld over de oplegging van een boete aan eiser, A., handelend onder de naam A. Autospuiterij, vanwege een overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De zaak is ontstaan naar aanleiding van een controle door de Arbeidsinspectie op 14 juni 2006, waarbij een vreemdeling zonder tewerkstellingsvergunning werd aangetroffen die werkzaamheden verrichtte in de garage van eiser. De vreemdeling, van Bulgaarse nationaliteit, hielp eiser met het verwijderen van een autoruit uit een sloopauto. Eiser stelde dat deze werkzaamheden niet in het kader van zijn bedrijf werden verricht, maar als een vriendendienst. De rechtbank oordeelde echter dat de werkzaamheden wel degelijk ten behoeve van het bedrijf van eiser werden uitgevoerd, en dat de relatie tussen eiser en de vreemdeling niet relevant was voor de beoordeling van de overtreding.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht een boete van € 4.000,- had opgelegd, omdat eiser in strijd had gehandeld met artikel 2, eerste lid, van de Wav. De rechtbank overwoog dat de definitie van werkgever in de Wav ruim is en dat vriendendiensten ook als persoonlijke dienstverlening kunnen worden aangemerkt, waarbij een beloning niet vereist is. Eiser had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om de boete te matigen. De rechtbank achtte de opgelegde boete evenredig in verhouding tot de ernst en verwijtbaarheid van de overtreding. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.
De uitspraak werd gedaan op 20 augustus 2008 door mr. J.W.H.B. Sentrop, in tegenwoordigheid van de griffier C.A.Y. Morison-Libourel. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.