ECLI:NL:RBSGR:2008:BE9150

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
25 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/925337-08 (tussenvonnis)
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake schietincident met deskundigenonderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 augustus 2008 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een schietincident. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst, omdat er nieuwe informatie beschikbaar kwam in de vorm van een deskundigenrapport over schotresten. Dit rapport, opgesteld door ing. R.C. Roepnarain van het Nederlands Forensisch Instituut, concludeert dat er een deeltje is aangetroffen dat uniek is voor schotrestdeeltjes, wat een relatie met een schietproces kan aantonen. De rechtbank heeft besloten dat de deskundige ter terechtzitting moet worden gehoord om verdere vragen te kunnen stellen over het rapport en het verweer van de raadsman van de verdachte.

De rechtbank heeft ook verzocht om de bij de insluitingsfouillering van de verdachte aangetroffen knalpatroon beschikbaar te stellen op de volgende zitting. De officier van justitie had eerder een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en had de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd. De rechtbank heeft echter besloten om deze beslissing aan te houden tot de einduitspraak.

De rechtbank heeft de stukken in handen van de officier van justitie gesteld om uitvoering te geven aan de instructies in het tussenvonnis en heeft de oproeping van zowel de deskundige als de verdachte bevolen voor een nader te bepalen terechtzitting. Dit tussenvonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke stap in het strafproces, waarbij de rechtbank de noodzaak van aanvullend onderzoek onderstreept.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(TUSSENVONNIS)
parketnummer 09/925337-08
's-Gravenhage, 25 augustus 2008
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende tussenvonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 1],
geboren te [plaats] op [datum] 1989,
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 11 augustus 2008.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr E.A. Breetveld, advocaat te 's Gravenhage, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr H.A.C. Banning heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding als eerste en als tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde - als gewijzigd ter terechtzitting - wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft voorts de opheffing van het door deze rechtbank d.d. 12 juni 2008 verleende bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging tenlastelegging, gemerkt A1.
Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting.
Na de sluiting van het onderzoek is onder de beraadslaging gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Zeer kort voor het onderzoek ter terechtzitting heeft de officier van justitie (een kopie van) een deskundigenrapport met betrekking tot een schotrestenonderzoek naar aanleiding van het verdachte ten laste gelegde schietincident, met kenmerk [kenmerk] en gedateerd 30 juli 2008, aan het dossier toegevoegd. De conclusie van dit rapport is - in het kort - dat op de zogenoemde stubs, waarmee de handen van de verdachte zijn bemonsterd, één deeltje met een elementsamenstelling uniek voor schotrestdeeltjes is aangetroffen. Met het aantreffen van dergelijke deeltjes wordt een relatie met een schietproces aangetoond, aldus de vaste gerechtelijk deskundige ing. R.C. Roepnarain van het Nederlands Forensisch Instituut in het op ambtsbelofte opgemaakte rapport.
Het rapport maakt -begrijpelijkerwijs, nu daar niet naar was gevraagd- niet duidelijk of het genoemde schietproces ook op (het afschieten van) knalpatronen betrekking kan hebben. De rechtbank acht het noodzakelijk dat daaromtrent alsnog de deskundige ing. R.C. Roepnarain ter terechtzitting wordt gehoord. Aan deze deskundige kunnen dan eveneens nadere vragen worden gesteld over het door de raadsman gevoerde verweer dat het deeltje uniek voor schotrestdeeltjes afkomstig kan zijn van de knalpatroon die verdachte bij zich droeg.
De rechtbank acht het daarbij van belang dat de bij de insluitingsfouillering van verdachte aangetroffen knalpatroon op de terechtzitting beschikbaar is en verzoekt de officier van justitie daarvoor zorg te dragen.
De rechtbank acht het voorts noodzakelijk om over het originele rapport en de bijbehorende bijlage te beschikken. De rechtbank verzoekt de officier van justitie derhalve een origineel exemplaar van het rapport (met bijlage) van ing. R.C. Roepnarain van het Nederlands Forensisch Instituut, met kenmerk [kenmerk], gedateerd 30 juli 2008, aan het dossier toe te voegen.
Gelet op het vorenstaande zal het onderzoek worden heropend en geschorst en zullen de stukken in handen van de officier van justitie worden gesteld.
De rechtbank houdt de beslissing omtrent de door de officier van justitie gevorderde opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis aan tot de einduitspraak.
Beslissing.
De rechtbank,
heropent en schorst het onderzoek en beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting;
houdt de beslissing omtrent de gevorderde opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis aan tot de einduitspraak.
stelt de stukken in handen van de officier van justitie teneinde uitvoering te geven aan hetgeen in dit tussenvonnis is aangegeven;
beveelt de oproeping van de deskundige genaamd R.C. Roepnarain, tegen het tijdstip van een nader te bepalen terechtzitting;
beveelt de oproeping van de verdachte, tegen het tijdstip van een nader te bepalen terechtzitting;
beveelt de kennisgeving aan de raadsman van de verdachte van het tijdstip van die nader te bepalen terechtzitting;
verzoekt de officier van justitie zorg te dragen voor de voeging in het dossier van een origineel exemplaar van het rapport (met bijlage) van ing. R.C. Roepnarain van het Nederlands Forensisch Instituut, met kenmerk [kenmerk], gedateerd 30 juli 2008, alsmede voor de beschikbaarheid op de nadere terechtzitting van de bij verdachte aangetroffen knalpatroon.
Dit tussenvonnis is gewezen door
mrs J.W. du Pon, voorzitter,
W.G. de Boer en N. van der Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr M.G. Ligthart, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 augustus 2008.