ECLI:NL:RBSGR:2008:BE8662
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een herhaalde asielaanvraag op basis van de Definitierichtlijn en Procedurerichtlijn
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 augustus 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een herhaalde aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie. De verzoeker, een Afghaanse nationaliteit, had op 18 juli 2008 opnieuw een asielaanvraag ingediend, die op 24 juli 2008 door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) werd afgewezen. De verzoeker stelde dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herbeoordeling van zijn aanvraag rechtvaardigden, met name in het licht van artikel 15, eerste lid, onder c, van de Definitierichtlijn, die bescherming biedt aan personen die niet in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus maar wel subsidiaire bescherming nodig hebben.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van nieuwe feiten of omstandigheden die de eerdere afwijzing konden ondermijnen. De rechter benadrukte dat verzoeker in zijn eerdere asielprocedure al had moeten kunnen aanvoeren dat hij onder de bescherming van de Definitierichtlijn viel. De omstandigheid dat verzoeker niet wist hoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zou oordelen, was niet relevant. De rechter concludeerde dat de jurisprudentie geen wijziging van recht vormt en dat de Procedurerichtlijn niet van toepassing was op de situatie van de verzoeker.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het rechtsbeginsel dat niet meermalen over dezelfde zaak wordt geoordeeld, tenzij er nieuwe feiten of relevante wijzigingen in het recht zijn. De rechter gaf aan dat de aanvraag van verzoeker terecht was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een kostenveroordeling.