ECLI:NL:RBSGR:2008:BD6560
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en MTV-controle in relatie tot artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 2 juli 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vreemdelingenbewaring van een eiser van Sierra Leoonse nationaliteit. De eiser was staande gehouden naar aanleiding van een Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) controle. Hij voerde aan dat deze controle willekeurig was en zijn recht op privacy, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), schond. De rechtbank oordeelde dat de staandehouding een inmenging op het privéleven van de eiser opleverde, maar dat deze inmenging gerechtvaardigd was op basis van artikel 50 van de Vreemdelingenwet 2000. Dit artikel geeft ambtenaren de bevoegdheid om personen staande te houden ter vaststelling van hun identiteit en verblijfsrechtelijke positie.
De rechtbank benadrukte dat, hoewel artikel 8 EVRM het recht op respect voor privé- en gezinsleven waarborgt, er uitzonderingen zijn wanneer inmenging noodzakelijk is in het belang van nationale veiligheid of openbare orde. De rechtbank concludeerde dat de wettelijke basis voor de staandehouding aanwezig was en dat de eiser geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die een onevenwichtige verdeling tussen het algemeen belang en zijn persoonlijke belangen zouden rechtvaardigen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De eiser had ook aangevoerd dat hij in de gelegenheid gesteld moest worden om naar België terug te keren, maar de rechtbank volgde deze redenering niet, aangezien niet vaststond dat zijn toelating tot België gewaarborgd was. De uitspraak benadrukt de afweging tussen individuele rechten en de noodzaak van grensbewaking in het kader van vreemdelingenrecht.