ECLI:NL:RBSGR:2008:BD6547
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring van etnische Armeniër uit Azerbeidzjan
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 juli 2008 uitspraak gedaan over de onrechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van een etnische Armeniër uit Azerbeidzjan. Eiser, geboren in Azerbeidzjan, had op 29 mei 2008 beroep ingesteld tegen het voortduren van zijn bewaring, die op 14 april 2008 was ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Terugkeer & Vertrek geen uitspraken kon doen over het aantal afgegeven laissez-passers (lp's) aan etnische Armeniërs, omdat deze etniciteit niet geregistreerd wordt. Dit was opmerkelijk, aangezien eerdere correspondentie van verweerder aangaf dat er geen lp's waren verstrekt aan etnische Armeniërs uit Azerbeidzjan in de periode van september 1997 tot juli 2003. De rechtbank concludeerde dat er geen zicht op uitzetting was binnen een redelijke termijn, waardoor het voortduren van de bewaring onrechtmatig was geworden vanaf de datum van het beroep.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de opheffing van de bewaring. Tevens kende zij eiser een schadevergoeding toe van € 2.310,-- voor de dagen die hij in bewaring had doorgebracht. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om deze schadevergoeding toe te kennen, gezien de omstandigheden van de zaak. De uitspraak werd gedaan door mr. J.F.M.J. Bouwman, die ook de fungerend voorzitter was. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier H. Blekkenhorst.