ECLI:NL:RBSGR:2008:BD5895
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 april 2008 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2004. Het verzoekschrift is ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg en betreft de minderjarige die feitelijk bij pleegouders verblijft. De kinderrechter had eerder, op 17 april 2007, de ondertoezichtstelling al verlengd tot 19 april 2008 en op 16 oktober 2007 de machtiging tot uithuisplaatsing voor dezelfde periode verleend. Tijdens de zitting op 1 april 2008 werd de situatie van de moeder besproken, die zich beroept op haar blokkaderecht en weigerde inzage in het FORA-onderzoek. Dit leidde tot onduidelijkheid over haar psychiatrische gesteldheid en haar vermogen om voor de minderjarige te zorgen.
De moeder heeft aangevoerd dat zij voldoende hulp heeft ingeschakeld en dat Bureau Jeugdzorg haar niet de juiste ondersteuning biedt. De vader heeft zich ook verzet tegen de verlenging, met de argumentatie dat de veiligheid van de minderjarige in gevaar is. De pleegvader heeft verklaard dat de ontwikkeling van de minderjarige goed gaat, maar dat hij na ontmoetingen met zijn ouders van slag raakt.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft geen toestemming gegeven voor het FORA-rapport, waardoor onduidelijk blijft of zij de verantwoordelijkheid voor de zorg van de minderjarige kan dragen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen van 19 april 2008 tot 19 april 2009, en heeft Bureau Jeugdzorg in overweging gegeven om de Raad voor de Kinderbescherming te verzoeken om verderstrekkende maatregelen indien er geen verbetering optreedt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Dam, kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.