ECLI:NL:RBSGR:2008:BD3232
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen kennisgeving van verdere vervolging wegens betrokkenheid bij moorden op de Filippijnen
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 juni 2008 uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van de verdachte tegen de kennisgeving van verdere vervolging. De verdachte wordt beschuldigd van betrokkenheid bij meerdere moorden gepleegd op de Filippijnen in 2003 en 2004. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie (OM) nog steeds bezig is met het opsporingsonderzoek en dat er op dit moment onvoldoende concrete aanwijzingen zijn om de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de verdachte vast te stellen. De rechtbank heeft de verdachte in raadkamer gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Pestman.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De verdachte is in 2007 in bewaring gesteld op verdenking van het medeplegen van moorden en andere ernstige misdrijven. De rechtbank heeft geconstateerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte op dit moment te vervolgen. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat het lopende opsporingsonderzoek nieuwe, relevante informatie kan opleveren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het bezwaarschrift ongegrond te verklaren, omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later, op basis van nieuw bewijs, tot een veroordeling zou kunnen komen. De rechtbank heeft het OM de tijd gegund om het onderzoek voort te zetten, zodat er een weloverwogen beslissing kan worden genomen over de vervolging van de verdachte.