ECLI:NL:RBSGR:2008:BD2882
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling van aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak heeft eiser, een Georgische nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. De aanvraag werd in eerste instantie door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen op inhoudelijke gronden. Echter, op 22 december 2006 trok de Staatssecretaris dit besluit in en gaf aan opnieuw te zullen beslissen op de aanvraag. Dit leidde ertoe dat de procedure terugviel in de aanvraagfase. Eiser had recht op een nieuwe kans om de verschuldigde leges te voldoen, maar de Staatssecretaris stelde de aanvraag op 25 januari 2007 buiten behandeling zonder eiser deze gelegenheid te bieden. De rechtbank oordeelde dat deze handelswijze in strijd was met het fair-playbeginsel, vooral omdat de staatssecretaris de aanvraag niet binnen de gestelde termijn van vier weken buiten behandeling had gesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 30 maart 2007 en bepaalde dat de Staatssecretaris opnieuw op het bezwaar moest beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten en het griffierecht aan eiser te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.