ECLI:NL:RBSGR:2008:BD2660
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en opheffing van de maatregel wegens gebrek aan zicht op uitzetting
Op 4 december 2007 heeft de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, een aanvraag tot verstrekking van een laissez passer ingediend bij de Nepalese autoriteiten voor eiser, een vreemdeling van Nepalese nationaliteit. Ondanks maandelijkse navraag door verweerder bij de Nepalese autoriteiten, zijn er in 2007 en 2008 geen laissez passers verstrekt. De rechtbank heeft op 22 mei 2008 geoordeeld dat er geen zicht is op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van een laissez passer niet binnen een redelijke termijn tot resultaat zal leiden, waardoor het voortduren van de bewaring niet langer gerechtvaardigd is. Eiser heeft op 16 april 2008 beroep ingesteld tegen het voortduren van de bewaring, die op 14 november 2007 was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 28 april 2008, waarbij eiser niet in persoon verscheen, maar vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, mr. D.G. Metselaar. Verweerder heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep en afwijzing van het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de maatregel van bewaring opgeheven, het verzoek om schadevergoeding afgewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 644,-. De uitspraak is gedaan door mr. S.M. Schothorst en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. H.A. Hulst.