ECLI:NL:RBSGR:2008:BD1195
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing sollicitatie luitenantsfunctie op basis van ervaringseis
In deze zaak gaat het om de afwijzing van de sollicitatie van eiser naar een luitenantsfunctie bij de Koninklijke Marechaussee. Eiser voldeed niet aan de ervaringseis van drie jaar als adjudant, wat niet in geschil is. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in redelijkheid het beleid, zoals neergelegd in de Tijdelijke Richtlijn, heeft kunnen vaststellen en toepassen op de sollicitatie van eiser. Eiser stelde dat verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld, maar dit betoog faalde. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De procedure begon met de afwijzing van de sollicitatie op 8 januari 2007, waarna eiser bezwaar aantekende. Na een hoorzitting op 9 maart 2007 verklaarde verweerder het bezwaar op 7 mei 2007 ongegrond. Eiser ging hiertegen in beroep bij de rechtbank. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat verweerder een discretionaire bevoegdheid heeft bij functietoewijzing. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de sollicitatie niet in strijd is met enige rechtsregel of beginsel van behoorlijk bestuur.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de ervaringseis van drie jaar niet onredelijk is, gezien de aanzienlijke stap van onderofficier naar officier. Eiser had niet aangetoond dat er sprake was van gelijke gevallen, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 februari 2008, met de mogelijkheid voor eiser om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.