ECLI:NL:RBSGR:2008:BC7440
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.H. von Maltzahn
- J.G.J. Brink
- Y.J. Wijnnobel-van Erp
- Rechtspraak.nl
Mondeling verzoek tot wraking in faillissementszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 februari 2008 uitspraak gedaan op een mondeling verzoek tot wraking van de rechter in een faillissementsprocedure. Verzoeker, die in staat van faillissement was verklaard, was van mening dat de uitspraak van de rechtbank over zijn faillissement onterecht was, omdat deze in zijn ogen in strijd was met een eerdere uitspraak over de boedelscheiding in zijn echtscheidingsprocedure. Hij stelde dat het faillissement niet op zijn naam stond, maar op naam van zijn ex-echtgenote, en dat er geen grondslag voor het faillissement aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsmiddel niet kon worden gebruikt om de inhoudelijke juistheid van een eerdere beslissing aan de orde te stellen; dit diende in hoger beroep te worden aangevochten. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek, en benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige wrakingskamer, waarbij de rechters D.H. von Maltzahn, J.G.J. Brink en Y.J. Wijnnobel-van Erp aanwezig waren, met mr. M. Gest als griffier.