ECLI:NL:RBSGR:2008:BC6903
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toewijzing van de functie Adviseur Middelen A en de motivering van het besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 januari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, werkzaam als Beleidsmedewerker Communicatie, en het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 6 oktober 2005, waarbij zijn functie Adviseur Middelen A was toegewezen. De rechtbank diende te beoordelen of verweerder, bij de toewijzing van deze functie, zijn discretionaire bevoegdheid op een redelijke wijze had uitgeoefend.
De rechtbank concludeert dat niet is aangetoond dat eiser in redelijkheid in de functie van Adviseur Middelen A kon worden geplaatst. De rechtbank oordeelt dat het besluit van verweerder een deugdelijke motivering ontbeert, in strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit en de verklaring dat het beroep gegrond is.
De rechtbank wijst erop dat eiser in zijn vorige functie betrokken was bij beleidsontwikkeling en dat de taken die aan hem waren toegewezen in de nieuwe functie niet aansluiten bij zijn eerdere werkzaamheden. Verweerder had onvoldoende bewijs geleverd dat de feitelijke werkzaamheden van eiser in de nieuwe functie overeenkwamen met de oude functiebeschrijving. De rechtbank benadrukt dat de oude functiebeschrijving niet was aangepast, ondanks dat deze niet meer overeenkwam met de werkelijkheid.
De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,--, en heeft bepaald dat de Provincie Zuid-Holland het griffierecht van € 141,-- aan eiser dient te vergoeden. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.