ECLI:NL:RBSGR:2007:BQ0916
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van kosten in geval van derdenbeslag door ABN AMRO Bank N.V.
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 2 augustus 2007, stonden de partijen Eneco Mixed Holding Consumenten B.V. en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden tegenover ABN AMRO Bank N.V. De kwestie betrof de rechtmatigheid van kosten die ABN AMRO in rekening wilde brengen in het kader van een derdenbeslag. De kantonrechter had eerder, op 8 maart 2007, ABN AMRO de gelegenheid gegeven om de door haar gestelde kosten voor de behandeling van derdenbeslagen nader te onderbouwen. ABN AMRO stelde dat de kosten gemiddeld € 124,27 per beslag bedroegen, maar kon dit niet overtuigend onderbouwen met schriftelijk bewijs. Het rapport van Ernst & Young, dat door ABN AMRO was ingediend, gaf aan dat er geen accountantscontrole was uitgevoerd en dat de rapportage geen zekerheid bood over de kostprijsberekening van ABN AMRO.
De kantonrechter oordeelde dat ABN AMRO niet was geslaagd in de bewijsopdracht en dat de werkelijk gemaakte kosten niet konden worden vastgesteld. Desondanks erkende de kantonrechter dat er aanzienlijke kosten verbonden zijn aan de afhandeling van derdenbeslagen. Uiteindelijk werd besloten dat ABN AMRO gerechtigd was om redelijke kosten van € 100,- exclusief btw per gelegd derdenbeslag in mindering te brengen op het bedrag dat aan de deurwaarder moest worden afgedragen. De vorderingen van Eneco c.s. werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt de noodzaak voor banken om transparant te zijn over de kosten die zij in rekening brengen in het kader van derdenbeslagen, en bevestigt dat redelijke kosten in mindering kunnen worden gebracht, mits deze goed onderbouwd zijn. Dit vonnis is van belang voor zowel schuldeisers als debiteuren in het kader van beslagleggingen en de bijbehorende kosten.