ECLI:NL:RBSGR:2007:BJ4951
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heffing van leges voor lichte bouwvergunning en vrijstellingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 december 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de heffing van leges in verband met een aanvraag voor een lichte bouwvergunning. Eiser had een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een lichte bouwvergunning voor het oprichten van een erfafscheiding rondom zijn tuin, waarvoor leges van € 1.629,85 waren gevorderd. Dit bedrag bestond uit een bedrag van € 625 voor de vergunning en € 1.004,85 voor de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO). Eiser stelde dat de gemeente ten onrechte leges had geheven, omdat het nieuwe hekwerk in de plaats kwam van een bestaand hekwerk en er geen strijdigheid met het bestemmingsplan zou zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de bouwvergunning in combinatie met een vrijstelling op 2 februari 2007 had verleend. Eiser had de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen deze vrijstelling, maar had dit niet gedaan. De rechtbank oordeelde dat de heffing van leges terecht was, omdat de aanvraag om een bouwvergunning geacht wordt ook een verzoek om vrijstelling in te houden. De rechtbank concludeerde dat de leges voor de vrijstellingsprocedure terecht waren geheven, aangezien de gemeente de juiste procedure had gevolgd en de aanvraag in overeenstemming was met de geldende wetgeving.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J.M. Vink, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Duijvendijk, griffier.