ECLI:NL:RBSGR:2007:BD1062
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen wijziging en verlaging van uitkering op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 13 december 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van verweerder, waarbij haar uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) werd gewijzigd en verlaagd. Verweerder stelde dat eiseres niet-ontvankelijk was in haar bezwaar, omdat zij niet duidelijk had aangegeven tegen welk besluit haar bezwaar was gericht. Eiseres betwistte dit en stelde dat haar bezwaar tegen beide besluiten was gericht.
De rechtbank oordeelde dat verweerder redelijkerwijs had kunnen afleiden dat het bezwaar van eiseres op beide besluiten betrekking had, gezien de samenhang tussen de besluiten. De rechtbank concludeerde dat er geen beletsel was voor verweerder om het bezwaar inhoudelijk te behandelen. De rechtbank deed uitspraak op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het beroep kennelijk gegrond was. Het bestreden besluit werd vernietigd, en verweerder werd opgedragen om opnieuw en inhoudelijk op het bezwaar te beslissen.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 322,- werden vastgesteld. De gemeente Rijswijk diende dit bedrag aan de griffier te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat tegen deze uitspraak binnen zes weken verzet kon worden gedaan.