ECLI:NL:RBSGR:2007:BC6293

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
23 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 07-812
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigheid van inschrijving bij aanbesteding door gebrek aan bevoegdheid ondertekening

In deze zaak, gewezen door de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 augustus 2007, betreft het een kort geding tussen de vennootschap onder firma Elco vof (eiseres) en de Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie) (gedaagde) over de geldigheid van een inschrijving op een aanbesteding voor hoveniers- en maaiwerkzaamheden op luchtmachtbasis De Peel. Eiseres had de laagste inschrijving ingediend, maar gedaagde verklaarde deze ongeldig omdat het inschrijvingsbiljet niet door beide vennoten was ondertekend, en de vennoten slechts zelfstandig bevoegd waren tot een bedrag van € 12.500. Eiseres voerde aan dat er een machtiging bestond tussen de vennoten die hen gezamenlijk bevoegd maakte tot een bedrag van € 1.000.000, en dat gedaagde onrechtmatig handelde door de inschrijving ongeldig te verklaren.

De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter stelde vast dat het uittreksel van de Kamer van Koophandel, dat door eiseres was overgelegd, bevestigde dat de vennoten slechts zelfstandig bevoegd waren tot € 12.500. De rechter benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van eiseres was om ervoor te zorgen dat de overgelegde documenten correct waren. De interne volmachten waren voor gedaagde niet kenbaar, en de stelling van eiseres dat eerdere inschrijvingen wel waren goedgekeurd, gaf haar geen rechten. De rechter concludeerde dat gedaagde de inschrijving terecht ongeldig had verklaard en wees de vordering van eiseres af, waarbij eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de gestelde eisen in aanbestedingsprocedures en het gelijkheidsbeginsel, dat vereist dat alle inschrijvingen aan de minimumeisen voldoen. De beslissing van de voorzieningenrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskostenveroordeling onmiddellijk moet worden nageleefd, tenzij er binnen veertien dagen aan wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 23 augustus 2007,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/812 van:
de vennootschap onder firma Elco vof,
gevestigd en kantoorhoudende te Elsendorp, gemeente Gemert-Bakel,
eiseres,
procureur mr. E. Grabandt,
advocaat mr. H.S. Memelink te Etten-Leur,
tegen:
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie),
zetelend te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. P.J. Stuijt,
advocaat mr. J.E. Palm.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 14 augustus 2007 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. In een publicatie van 21 maart 2007 heeft gedaagde aangekondigd dat een openbare aanbestedingsprocedure plaats zal vinden ten behoeve van hoveniers- en maaiwerkzaamheden op luchtmachtbasis De Peel.
1.2. Op de aanbesteding zijn het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) en het Aanbestedingsreglement voor werken 2005 (ARW 2005) van toepassing.
1.3. In de aankondiging is onder meer bepaald dat als gunningscriterium de laagste prijs geldt en dat de termijn voor ontvangst van inschrijvingen of deelnemingsaanvragen 8 juni 2007 is.
1.4. Op 8 juni 2007 is gebleken dat eiseres de laagste inschrijving had ingediend. Nadat gedaagde eiseres had gevraagd om een uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK), een verklaring van de Belastingdienst en tevredenheidsverklaringen, heeft eiseres deze bescheiden op 12 juni 2007 aan gedaagde gefaxt. Daarbij was onder meer gevoegd een verklaring omtrent de rechtmatigheid van de inschrijving conform model K van het ARW 2005, alsmede een uittreksel uit het handelsregister van de KvK waarin ter zake de bevoegdheid van de vennoten van eiseres het volgende is bepaald:
'Er zijn beperkende bepalingen; blijkens deze bepalingen zijn de vennoten zelfstandig bevoegd tot een bedrag van EUR 12.500; raadpleeg voor de overige beperkingen het dossier.'
1.5. Vervolgens heeft gedaagde bij brief van 15 juni 2007 eiseres bericht dat haar inschrijving ongeldig is. Daarbij is eiseres meegedeeld dat het inschrijvingsbiljet niet bevoegd is ondertekend nu dit biljet niet door beide vennoten van eiseres is ondertekend en zij, blijkens het handelsregister, slechts zelfstandig bevoegd zijn tot een bedrag van € 12.500,--. Daarnaast heeft gedaagde in deze brief eiseres meegedeeld dat tevens een gebrek is geconstateerd in het Model K omdat de ondertekenaar, [A], daarop aangeeft bestuurder te zijn van Elzas BV die eiseres ter zake rechtsgeldig vertegenwoordigt, terwijl het handelsregister Elzas Beheer BV vermeldt als bestuurder van Elzas BV.
1.6. Bij brief van 21 juni 2007 heeft gedaagde eiseres bericht dat de opdracht niet aan haar zal worden gegund en dat gedaagde voornemens is om het werk op te dragen aan een andere onderneming die als laagste inschrijver voldoet aan de gestelde eisen.
1.7. Bij brief van 22 juni 2007 heeft eiseres gedaagde bericht dat er wel degelijk sprake is geweest van een bevoegd ondertekend inschrijfformulier omdat de vennootschappen Elzas BV en Elbra BV -beide vennoot van eiseres- elkaar over en weer volmachten hebben verleend voor het doen van investeringen met een maximum van € 100.000,00 alsmede voor het aannemen of inschrijven van een werk tot een bedrag van € 1.000.000,00. Kopieën van de volmachten zijn daarbij door eiseres gevoegd. Daarbij heeft eiseres meegedeeld dat er naar haar mening geen gebrek in het K-formulier is omdat [A] bestuurder is van Elzas Beheer BV en laatstgenoemde op haar beurt weer bestuurder is van Elzas BV die op haar beurt weer vennoot is van eiseres, zodat uiteindelijk de inschrijving wel is getekend door een bevoegd persoon.
1.8. Bij brief van 26 juni 2007 heeft gedaagde eiseres onder meer geantwoord dat bij de inschrijving alle relevante gegevens aanwezig dienen te zijn en dat het betreffende gebrek in de inschrijving slechts ongeldigheid als gevolg kan hebben.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Eiseres vordert -zakelijk weergegeven- gedaagde te gebieden de inschrijving van eiseres geldig te verklaren en haar het voornoemde werk op vliegbasis De Peel te gunnen onder oplegging van een gunningsverbod van gedaagde aan de tweede inschrijver.
Daartoe voert eiseres onder meer het volgende aan.
Door vast te houden aan de ongeldigheid van de inschrijving handelt gedaagde jegens eiseres onrechtmatig en in strijd met de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht. Bij navraag omtrent de bevoegdheid had gedaagde kunnen weten dat er een machtiging bestond van de ene vennoot aan de andere waarbij in aanbestedingskwesties elk der vennoten tot een bedrag van € 1.000.000,00 bevoegd was. Daarbij komt dat gedaagde ambtshalve bekend geweest moet zijn met de volmachten gelet op de gunning van projecten in 2004 en in 2006 aan eiseres waarbij zij op dezelfde wijze had ingeschreven. Eiseres mocht er daarom ook op vertrouwen dat de wijze waarop zij thans inschreef in orde was. In ieder geval is de sanctie van ongeldigheid disproportioneel
Gedaagde voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Gedaagde heeft als verweer gevoerd dat zowel het inschrijvingsbiljet als de verklaring Model K van eiseres onbevoegd zijn ondertekend.
3.2. Gedaagde heeft ter zitting kennelijk aanvaard dat de ondertekening van het
K-formulier door één der vennoten heeft plaatsgevonden. Daarmee spitst het geschil tussen partijen zich toe op de vraag of gedaagde gerechtvaardigd de inschrijving van eiseres ongeldig heeft verklaard omdat zowel het inschrijvingsbiljet als het K-formulier door slechts één van de vennoten van gedaagde is ondertekend.
3.3. In deze zaak staat vast dat blijkens het door eiseres op 12 juni 2007 aan gedaagde verstrekte uittreksel van de KvK, de vennoten van eiseres -behoudens beperkende bepalingen- zelfstandig bevoegd zijn tot een bedrag van € 12.500,--. In dit verband heeft gedaagde onweersproken aangevoerd dat raadpleging van het dossier, waaraan in het uittreksel werd gerefereerd, leert dat de beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid is verwoord in artikel 8 van de vennootschapsovereenkomst van eiseres. In dit artikel is bepaald dat de medewerking van alle vennoten is vereist voor het aannemen van of het inschrijven op werk dat door of na inschrijving wordt gegund.
3.4. Niet valt in te zien dat gedaagde niet had mogen afgaan op het uittreksel uit het handelsregister. Het is de verantwoordelijkheid van eiseres om er voor te zorgen dat een door haar overgelegd uittreksel uit het handelsregister klopt. Het ligt niet op de weg van gedaagde om wat dit betreft een controlefunctie uit te oefenen. Dat eerdere inschrijvingen door eiseres wel akkoord zijn bevonden maakt dit niet anders. Hieraan kan eiseres geen rechten ontlenen. Het enkele feit dat de ongeldigheid van een inschrijving in een vorige aanbesteding wellicht door gedaagde over het hoofd is gezien, betekent niet dat gedaagde nu gehouden is genoegen te nemen met een onbevoegd ondertekende inschrijving. De stelling van eiseres dat er -gelet op de interne volmachten- in deze zaak geen sprake is van onbevoegdheid snijdt geen hout nu deze interne volmachten voor gedaagde niet kenbaar zijn. Deze stelling is dan ook vooralsnog ongegrond. Eiseres heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat gedaagde op grond van de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht de betreffende inschrijving van eiseres niet ongeldig mocht verklaren. Gedaagde heeft er terecht op gewezen dat de gestelde eisen in de aankondiging strikt gehandhaafd dienen te worden. Dit is van belang omdat het gelijkheidsbeginsel zich ertegen verzet dat een aanbestedende dienst een aanbieding in aanmerking neemt van een inschrijving die niet aan de gestelde minimumeisen voldoet.
3.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat gedaagde jegens eiseres niet onrechtmatig of disproportioneel heeft gehandeld. Daarom zal de vordering worden afgewezen. Eiseres zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.067,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 251,-- aan griffierecht;
bepaalt dat, indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan deze proceskostenveroordeling zal zijn voldaan, wettelijke rente verschuldigd is;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 23 augustus 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
AB