ECLI:NL:RBSGR:2007:BC5670
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 12 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Burgemeester en wethouders van Gouda. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 18 januari 2006, waarbij een maatregel was opgelegd die leidde tot een verlaging van 50% van zijn WWB-uitkering. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een schending van de inlichtingenplicht door eiser over de periode van 1 mei 2004 tot en met 28 juni 2004, waarin hij gedetineerd was. Tijdens deze periode ontving zijn echtgenote een uitkering naar de norm voor een alleenstaande ouder, wat leidde tot een terugvordering van €3292,91 door de gemeente Gouda.
De rechtbank overwoog dat de verweerder zijn bevoegdheid tot herziening en terugvordering ontleent aan de artikelen 54 en 58 van de Wet werk en bijstand (WWB). De rechtbank stelde vast dat verweerder verzuimd had om het recht op bijstand over de relevante periode te herzien, wat in strijd is met de vereisten van de WWB. De rechtbank oordeelde dat het besluit tot terugvordering niet kon worden gehandhaafd, omdat het herzieningsbesluit niet tijdig was genomen. Hierdoor werd het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.
De rechtbank droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de gemeente Gouda veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, die op €322,- werden vastgesteld. Eiser had recht op vergoeding van het door hem betaalde griffierecht van €38,-. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.