ECLI:NL:RBSGR:2007:BC4010
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rente over lening ingevolge Wet studiefinanciering valt niet onder overgangsregeling van art. ASb Invoeringswet Wet IB 2001
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2004, waarbij zijn belastbare inkomen uit werk en woning was vastgesteld op € 22.940. Eiser had in zijn aangifte een persoonsgebonden aftrek van € 1.650 opgevoerd voor buitengewone uitgaven wegens ziekte, die hij onderbouwde met studiekosten in verband met een lening ingevolge de Wet studiefinanciering 2000. De inspecteur had deze aftrek echter niet geaccepteerd.
Tijdens de zitting op 12 oktober 2007 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat de rente over de WSF-lening niet als scholingsuitgave kan worden aangemerkt. De rechtbank verwijst naar artikel 45, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, waarin wordt gesteld dat alleen bepaalde renten van schulden in aftrek kunnen worden gebracht. De overgangsregeling in artikel ASb van de Invoeringswet Wet IB 2001 geldt niet voor de renten van schulden als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000, wat betekent dat eiser geen recht heeft op de gevraagde aftrek.
De rechtbank concludeert dat er geen ongerechtvaardigd onderscheid is tussen de renten van WSF-schulden en andere studie- en opleidingsschulden. De wetgever heeft een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de regeling gegeven, namelijk het verlaagde rentetarief dat vanaf 2001 in de Wet studiefinanciering 2000 wordt gehanteerd. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.