ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0743
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielprocedure met medische problematiek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Afghaanse verzoeker die een verblijfsvergunning voor medische behandeling had aangevraagd. De aanvraag was door de Minister van Justitie afgewezen omdat de verzoeker niet beschikte over een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en er geen medische noodsituatie was vastgesteld. De moeder van de verzoeker was wel vrijgesteld van het mvv-vereiste, maar haar aanvraag was om andere redenen afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet voldoende duidelijk was of de situatie van de verzoeker, die samen met zijn ouders psychische problemen had, onafhankelijk van die van zijn moeder kon worden beoordeeld. De rechter concludeerde dat het belang van de verzoeker zwaarder woog dan dat van de verweerder, vooral omdat de moeder de bezwaarprocedure in Nederland mocht afwachten terwijl de verzoeker naar Afghanistan moest terugkeren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, de verweerder veroordeeld in de proceskosten en bevolen om zich te onthouden van verwijderingsmaatregelen totdat op het bezwaar was beslist.