ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0660
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggave van in bewaring genomen paspoort van een Colombiaanse vreemdeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 augustus 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een Colombiaanse vreemdeling, had zijn paspoort in bewaring laten nemen door de staatssecretaris van Justitie op grond van artikel 52 van de Vreemdelingenwet 2000. De verzoeker had op 10 juni 2007 verzocht om teruggave van zijn paspoort, maar dit verzoek werd door verweerder telefonisch geweigerd. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitzetting van verzoeker niet aan de orde was, aangezien hij niet zou worden uitgezet tot vier weken na de beslissing op zijn bezwaar tegen de ongewenstverklaring. De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van de verzoeker om zijn paspoort te gebruiken voor identificatie en familiebezoek in het buitenland zwaarder woog dan het belang van de staat. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, en werd verweerder opgedragen het paspoort onmiddellijk aan verzoeker terug te geven. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die op € 644,- werden vastgesteld, en werd de Staat der Nederlanden aangewezen als rechtspersoon die het griffierecht moest vergoeden.